Dat blijkt uit de ontwerpverklaring van de Europese top van staatshoofden en regeringsleiders in Brussel, die vrijdag moet worden aangenomen. Toch is er nog enige speelruimte, want desnoods buigen de leiders zich op de top van maart volgend jaar weer over de kwestie.

Nederland vindt dat de corruptie en georganiseerde criminaliteit in de twee voormalige Oostbloklanden onvoldoende wordt aangepakt. Maar de andere lidstaten benadrukken dat de Roemenen en Bulgaren aan alle wettelijke eisen hebben voldaan.

Nederland is het enige land dat nog dwarsligt sinds de Finnen hun bezwaren hebben laten varen. De andere lidstaten van Schengen stellen als compromis voor dat de controles aan de binnengrenzen in twee fases worden opgeheven: in maart volgend jaar de lucht- en zeehavens, daarna de landgrenzen. Dat is haalbaar en politiek gezien wijs, benadrukte Europees commissaris Olli Rehn onlangs in het Europees Parlement in Brussel.

Maar Nederland liet tot nu toe niet blijken tot enige tegemoetkoming bereid te zijn. Den Haag wacht op cijfers komende februari die moeten aantonen dat de Bulgaren en Roemenen beter hun best doen.

Door de harde opstelling van minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) moest een besluit over een uitbreiding al keer op keer worden uitgesteld. De kwestie staat mogelijk volgende week weer op de agenda bij overleg tussen de betrokken ministers in Brussel.

Voor toetreding tot Schengen is unanimiteit van de Schengenlanden vereist.