„Baseer discussie over Israël niet op gevoel”
Ongeloof en vage gevoelens zijn ten onrechte veelal leidend in de discussie over Israël en de beloften voor dat land, constateert L. Oudenaarden.
In zijn leerzame boekje ”Dorre doodsbeenderen” over Ezechiël 37 schrijft ds. Matthew Meade (1629-1699) over de terugkeer en wederaanneming van de twee en de tien stammen van Israël. Hij vertelt over iemand die zegt dat het niet waarschijnlijk is dat de joden naar hun eigen land terugkeren. Dit omdat het heel moeilijk is om erachter te komen waar de tien stammen verblijven. Meade noemt dit een vreemde redenering. Alsof de vervulling van Gods belofte van onze kennis zou afhangen.
Ook nu lijkt de discussie over Israël en de beloften voor dat land vooral te worden bepaald door gebrekkige kennis en ongeloof. Dat blijkt onder meer uit de bespreking van het boek ”Jeruzalem. De biografie” van de historicus Simon Sebag Montefiore (RD, 3-12). Een dergelijke houding verbaast natuurlijk niet; de schrijver is een liberale jood. Toch hoor ik het ook doorklinken bij de panelleden. Dat is jammer.
Zo’n discussie is juist een prachtige gelegenheid om uit te dragen dat Jeruzalem de stad van God is. Een stad die God vanouds heeft uitgekozen om Zijn Naam daar te doen wonen. Dat is geen bijzaak, maar hoofdzaak. „Want de Heere heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeert tot Zijn woonplaats”, staat in Psalm 132.
Eens werd Jeruzalem als het midden van de wereld beschouwd, schrijft Montefiore in zijn boek. Gods Woord leert ons echter dat Jeruzalem en het heilige land voor altijd zo worden geduid. Mozes verhaalt al in Deuteronomium 32:8 over Israëls centrale en bepalende plaats in de wereld. „Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israëls.” Dus Israël eerst en Israël als norm.
En welke plaats kreeg Jeruzalem? In het midden der heidenen en landen om zich heen (Ez. 5:5), of zoals Psalm 74:12 ons vertelt: in het midden der aarde. Daar is de zetel van de Godsregering. Dit gegeven verklaart de voortdurende vreselijke vijandschap tegen de joden van een gevallen en Godevijandige mensheid onder leiding van de vorst der duisternis door alle eeuwen heen.
Het is onbegrijpelijk dat mensen zich Bijbelvast en reformatorisch durven noemen zonder acht te slaan op de vele Schriftplaatsen die de bijzondere plaats van Israël luid en duidelijk verkondigen. Waarom leefden deze dingen wel bij veel van onze vaderen, zelfs voor het oprichten van de staat Israël in 1948, en zo weinig bij ons? God roept het ons Zelf bij monde van Jesaja krachtig toe: „En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot een lof op aarde.”
Hebt u Israël lief? Bid dan om de vrede van Jeruzalem. Hebt u de Palestijnen lief? Bid dan om de vrede van Jeruzalem!
De auteur is secretaris van het Comité Herleving Gebed voor Israël.