Meidenboek over dwarse tweeling
Tweelingen hebben sinds mensenheugenis de mensheid geboeid. Eeuwenoud is het verhaal van de tweeling Romulus en Remus, de mythische stichters van de stad Rome. Het lijkt erop dat boeken over tweelingen het ook altijd goed doen. ”Verhalen van de tweelingbroers” van Tonke Dragt is een klassieker. Bekend is ook de serie ”De olijke tweeling”, die veel deeltjes telt.
”Dubbel en dwars” is het eerste deel in een serie over de tweeling Tessa en Iris. Het gaat over alledaagse voorvallen rond twee meiden van 14, 15 jaar met de standaardincidenten rond tweelingen: grappige vergissingen, onopgemerkte verwisseling in de klas en verliefdheid op dezelfde jongen.
Tessa en Iris lijken als twee druppels water op elkaar, maar zijn verder heel verschillend. Ook qua leerprestaties gaan ze niet gelijk op: Tessa heeft tijd voor een bijbaantje, maar Iris moet hard aan haar schoolwerk trekken. En zullen de zussen wel bij elkaar in de klas kunnen blijven?
Verder zijn daar de hatelijke opmerkingen van Saskia. De hechte band tussen de zussen geeft deze nieuwe klasgenoot het gevoel buitengesloten te worden. Ze reageert stug en jaloers op de tweeling, maar gaandeweg het boek wordt hun relatie beter.
Een duidelijke verhaallijn met een climax ontbreekt en het verhaal blijft nogal aan de oppervlakte. De dialogen komen soms wat onecht over. Ze zouden aan zeggingskracht winnen als gevoelens minder expliciet werden verwoord. Maar voor veel meiden zal ”Dubbel en dwars” vooral een gezellig en herkenbaar meisjesboek zijn.
Boekgegevens
”Dubbel en dwars”, door Hanny van de Steeg; uitg. Den Hertog, Houten, 2011; ISBN 978 90 331 2416 7; 205 blz.; € 13,50.