Opinie

Parkinson

Hoe voelen parkinsonpatiënten zich bejegend in de openbare ruimte? Sociologie (jaargang 7 nr. 2) presenteert de resultaten van een onderzoek onder een aantal patiënten. Zij vinden dat zij een vreemde indruk maken op anderen. Hun gedrag is afstotend. Er is sprake van gratieverlies. In de psychiatrie spreekt men ook wel van decorumverlies.

5 December 2011 16:34Gewijzigd op 14 November 2020 18:02

Dit gratieverlies leidt ertoe dat mensen hen ongewoon vinden. Ze worden aangestaard. Vaak vinden ze ook van zichzelf dat ze raar doen. Behalve de typering van het ongewone, is er ook die van het onwelvoeglijke. Ze kwijlen en kunnen niet meer eten zoals het hoort. Vooral in een restaurant is dat pijnlijk. De kwalificatie van het onwelvoeglijke grijpt dieper in dan die van het ongewone. Mensen voelen zich gedevalueerd. Ze schamen zich.

In de private wereld hebben ze meestal weinig problemen met hun gratieverlies. Daar vinden ze wel begrip. De problemen liggen in de anonieme publieke wereld. Maar ook bij verjaardagen en feestjes.

Kennelijk zijn de kenmerken van de ziekte van Parkinson maar beperkt bekend of geldt dat ziekte niet de dominante interpretatie is. Dat is opvallend, omdat aan de medische cultuur vaak dominantie wordt toegeschreven.

De buitenwereld is ook niet in staat om het gratieverlies op een voor de patiënt acceptabele manier te situeren. Patiënten doen ook weinig om hun gratieverlies voor anderen verklaarbaar en begrijpelijk te maken.

Cultuur & Criminaliteit is een nieuw tijdschrift dat door uitgeverij Boom op de markt wordt gebracht. Het wil opereren op het snijvlak van sociaalwetenschappelijke disciplines.

Anton Blok, emeritus hoogleraar culturele antropologie, schenkt in het nulnummer aandacht aan het gegeven dat bij veel moorden de dader en het slachtoffer elkaar kenden. Zo vindt ruim een derde van de moorden binnen gezin en familie plaats. Partnerdoding staat daarbij bovenaan.

Verder zijn er veel gevallen van moord buiten de kring van verwanten waarbij dader en slachtoffer voor langere tijd in elkaars nabijheid verkeerden. Meestal gingen ze daarbij op voet van gelijkheid met elkaar om. Moorden in het criminele milieu vallen hier ook onder.

Relatief veel moorden in Nederland vinden plaats binnen de eigen etnische groepering. Voor de Turken is dat zo in 62 procent, voor de Marokkanen in 53 procent van de gevallen. Verder is in alle etnische groepen de onderklasse sterk oververtegenwoordigd.

Blok sluit aan bij de Amerikaanse socioloog Roger Gould, die stelde dat conflicten in symmetrische relaties een grotere kans hebben om uit te monden in dodelijk geweld, dan in hiërarchische relaties. Al eerder had de Duitse socioloog Georg Simmel daarop gewezen.

Mensen accepteren meer van een hoger geplaatste dan van een gelijke in rang. Onder gelijken spelen eergevoelens vaak een grote rol. Mensen bezien zichzelf voortdurend door de ogen van anderen. Soms kan alleen door het gebruik van dodelijk geweld de geschonden eer worden hersteld.

In Socialisme & Democratie (jaargang 68, nr. 9 /10) komt het thema arbeid aan de orde. De socioloog Rudi Wielers bepleit de 30-urige werkweek als norm te nemen. Die moet voortaan als een voltijdse baan worden beschouwd. Onderzoekers van CPB en SCP leggen de grens bij 35 uur. Op grond daarvan komen ze tot de conclusie dat deeltijdwerk bij vrouwen in Nederland geen overgangssituatie vormt. Het aantal voltijds werkende vrouwen neemt eerder af dan toe.

Veel Nederlandse vrouwen kiezen echter wel voor grotere deeltijdbanen. Beschouwen we alle banen van 30 uur en meer als voltijds, dan geldt dat in de leeftijdscategorie van 25-54 jaar in 25 jaar tijd de arbeidsparticipatie verdubbeld is. Nog geen 10 procent van de vrouwen stopt tegenwoordig met betaald werk wanneer ze kinderen krijgen. Verder geldt dat onder ouderen en vooral onder jongeren het aantal deeltijdbanen sterk is gestegen.

De komende jaren zal het toegenomen opleidingsniveau van de vrouwelijke beroepsbevolking zich vertalen in een gemiddeld hoger aantal arbeidsuren. Maar voor banen van 35 en meer uur neemt de belangstelling niet toe.

In het algemeen stellen mensen hun werk minder centraal dan vroeger. Werken bepaalt niet langer de zin van hun bestaan. Dat heeft ook maatschappelijke consequenties. Het aantal mensen dat werk combineert met zorgtaken neemt duidelijk toe. Dat zou zelfs een welzijnsverhogend effect hebben. Ook voor mannen zou een verlaging van de voltijdnorm naar dertig uur het gemakkelijker te maken om minder uren te werken en zodoende werk en zorgtaken te combineren.

In de zorgsector is de afgelopen decennia de betaalde zorgverlening opgerukt ten koste van de onbetaalde dienstverlening. Vermoedelijk komt dat de kwaliteit van de zorg niet ten goede. Er moet daarom gewerkt worden aan condities die de informele zorgverlening in families en buurten vergemakkelijken.

Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren? focus@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer