Misschien wel de laatste kans om de euro te redden
APELDOORN – De schuldencrisis in de eurozone escaleert. Daarom zal ook de komende vergadering van de EU-regeringsleiders, de gebruikelijke decembertop, volgende week vrijdag, weer gerangschikt worden in de categorie van erop of eronder.
De financiële markten hebben de moed blijkbaar nog niet verloren. Maandag stonden de aandelenkoersen riant in de plus, door de hoop dat er onder de almaar groeiende druk van de omstandigheden toch eindelijk een vertrouwenwekkende aanpak uit de bus rolt.
Vorige toppen die als beslissend werden aangemerkt, op 21 juli en 26 oktober, brachten die in ieder geval niet. De situatie is in de voorbije weken alleen maar verslechterd. De stijgende rente die de eurolanden moeten vergoeden over vers kapitaal dat zij aantrekken, geeft daar uitdrukking aan. Beleggers hollen achter elkaar aan, weg van de risico’s. Het lijkt erop dat zij geleidelijk aan de gehele eurozone de rug toekeren.
Italië ligt zwaar onder vuur. Kapitaalverschaffers gunnen premier Monti niet de gelegenheid om orde op zaken te stellen. Spanje en België zijn eveneens duur uit als zij geld ophalen. Frankrijk dreigt zijn AAA-status op het gebied van de kredietwaardigheid te verliezen. Dat verzwakt de positie van president Sarkozy en verkleint zijn manoeuvreerruimte.
Moody’s waarschuwt dat de rating van alle eurostaten in het geding raakt. Zelfs de beste leerlingen uit de klas krijgen last van het negatieve sentiment. Duitsland had vorige week moeite obligaties aan de man te brengen. Nederland betaalt nu 2,75 procent over een tienjaarslening, tegen circa 2,2 procent halverwege deze maand.
Europa kampt niet alleen met een financiële, maar ook met een politieke crisis. De regeringen zijn verdeeld over de te treffen maatregelen. De besluitvorming verloopt daardoor moeizaam, de uitwerking van plannen laat veel te lang op zich wachten. De eerder aangekondigde uitbreiding van de slagkracht van het noodfonds lukt waarschijnlijk niet.
Op 9 december mogen de politieke leiders opnieuw proberen oplossingen te vinden, in de wetenschap dat er niet veel tijd rest. Misschien wel de laatste kans om een enorme economische rampspoed af te wenden. De aandacht gaat uit naar zowel acties op korte termijn, bedoeld om de markten tot bedaren te brengen, als naar aanpassingen op langere termijn, om discipline ten aanzien van tekorten en schulden af te dwingen.
Wat het laatste betreft: bondskanselier Merkel en president Sarkozy zullen ideeën presenteren voor strengere regels en nauwere coördinatie, zo hebben zij aangekondigd. Als er landen zijn die daar niet voor voelen, ligt een EU van twee snelheden in het verschiet, met een kopgroep en met achterblijvers. Op elkaar wachten tot iedereen instapt, dat duurt te lang.
De Europese Commissie bracht vorige week al voorstellen naar buiten voor grotere invloed vanuit Brussel op de nationale begrotingen en voor invoering van euro-obligaties, die zij aanduidt als stabiliteitsobligaties. Het zijn allemaal remedies die vallen onder de noemer ”meer Europa, meer eenwording” en ontwikkelingen in die richting zijn vandaag de dag bepaald niet overal populair.
Een heikel discussiepunt rond het optreden op korte termijn is de rol van de Europese Centrale Bank (ECB). De roep klinkt om die instelling onbeperkt staatsobligaties te laten opkopen, om zo de rentestijging af te remmen. De bank heeft weliswaar oneindige financiële mogelijkheden, maar Duitsland en de ECB zelf zijn erop tegen om die in te zetten. Het zou namelijk betekenen dat de geldpersen op volle toeren draaien, met het gevaar van een gierende inflatie.
Dan wellicht maar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ertoe verleiden meer middelen beschikbaar te stellen. Minister De Jager (Financiën) sprak er vorige week over met zijn collega’s uit Duitsland en Finland. De leden van het fonds moeten dan wel hun bijdrage aan de kas vergroten en een belangrijke speler als China toont weinig toeschietelijkheid op dat punt.
Veel economen houden er rekening mee dat de muntunie snel tot het verleden kan behoren. Maar wie weet, leggen de leiders in uiterste nood alsnog veel daadkracht aan de dag en zijn zij bereid tot drastische stappen. Geen van hen zal immers de ondergang van de euro op het geweten willen hebben. Liever zullen zij de geschiedenis ingaan als de redders ervan.