„Christelijk geefgedrag vraagt diepe doordenking”
UTRECHT – Christelijk Nederland moet een bijzondere leerstoel oprichten om de grondslagen en ethiek van christelijke hulpverlening stevig te doordenken. „Het geld is er en de noodzaak is er.”
Lútsen Kooistra, hoofdredacteur van het Friesch Dagblad en Het goede leven, stelde donderdag tijdens een symposium van christelijk, maatschappelijke organisatie over geefgedrag onder christenen in Utrecht voor een fonds in het leven te roepen voor een bijzondere leerstoel christelijke hulpverlening. Zo’n leergang zou een ton per jaar kosten.
In Utrecht werd donderdag het onderzoek ”Trouw geven, eerlijk leven” gepresenteerd, waarin het geef- en leefgedrag onder Bijbelgetrouwe christenen werden onderzocht. „De vanzelfsprekendheid onder christenen om te geven verdwijnt”, signaleerde Kooistra.
Christelijk Nederland heeft vanuit de Schrift en de traditie een „stevige doordenking” nodig op de theologie van het geven. De FD-hoofdredacteur pleit ervoor de redenen om te geven tot op het bot te analyseren. ,„Uit het onderzoek blijkt dat christenen vanuit heel uiteenlopende motieven geven.”
De leergang ”theologie van het geven” zou in de optiek van Kooistra een forum moeten instellen, waarin christenen elkaar bevragen en van elkaar leren. Christelijk Nederland heeft „onvoldoende diep” nagedacht over het thema van het geven. „Dat is geen verwijt, maar een constatering”, aldus de hoofdredacteur desgevraagd. „Hoe beter wij ons bezinnen des te weerbaarder zijn we.”
Gert-Jan Segers, directeur van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie benadrukte donderdag dat alles wat een mens bezit van God ontvangen is. Kooistra verklaarde geneigd te zijn deze stelling volledig te onderschrijven. „De vraag is echter of er bij mijn bezit ook geen dingen zijn die ik gepakt heb.” Het is volgens hem „ongelooflijk moeilijk” om zuiver te blijven in de christelijke ethiek. Voldoende aanleiding voor Kooistra om te pleiten voor een „ernstige bezinning” op de theoretische en praktische kant van christelijk geefgedrag via een leerstoel.
Christenen raken gewend aan leed in de wereld, terwijl ze tegelijkertijd gevoelig zijn voor afstomping en amusement, aldus Kooistra. Hij laakte de inzet van entertainment en tv-shows om geld in te zamelen bij grote rampen.
De FD-hoofdredacteur verbaast zich over ,de zorgeloosheid” waarmee kerken omgaan met deze ontwikkeling. „De grootste ellende wordt ingepast in het format van een amusementsprogramma. We zijn toeschouwer van de werkelijkheid geworden, in plaats van deelnemer.”
In een reactie op het donderdag gepresenteerde onderzoek noemt Segers het „teleurstellend” en „zorgelijk” dat het leefgedrag van christenen niet of nauwelijks afwijkt van de gemiddelde Nederlander. „Of we lezen het evangelie verkeerd, of we passen het verkeerd toe. Het evangelie geldt niet alleen op zondag, maar ook met de voeten in de klei.”
Christelijk hulp zonder geloof is dood, aldus Segers. Hulp en geloof zijn op elkaar betrokken. „Christelijk geefgedrag staat of valt met geloof. Zonder een vrijgevige God wordt geefgedrag iets moralistisch.”
Segers noemt het „een trieste constatering” dat 51 procent van de samenleving vindt dat het wel iets minder kan met ontwikkelingssamenwerking. „Eigenbelang is dan belangrijker, dan het welzijn van de ander.”
Diverse sprekers benadrukten dat geven meer is dan een transactie. „Laten we spreken over delen, in plaats van geven”, zei Woord en Daad-voorzitter Jan Lock. „Geven wijst op ongelijksoortigheid, op ongelijkwaardigheid.” Lock pleitte ervoor het woord ontwikkelingssamenwerking te vervangen door de term transformatie. „Laten we oppassen voor wij-zij denken Het gaat niet over zij, maar over wij.”