In het afgeronde feitenonderzoek naar waar het eerste vlammetje op het terrein van vuurwerkonderneming SE Fireworks vandaan kwam, zijn diverse geruchten en tips nagetrokken. Deze tips gingen onder meer over de aanwezigheid van medewerkers op terrein van het bedrijf vlak voor de explosie die de wijk Roombeek zo goed als wegvaagde. De aanwijzingen bleken echter bij nadere beschouwing niet nieuw of niet waar te zijn.

Een team van 15 rechercheurs uit drie politiekorpsen trok de tips na. Zij hoorden in totaal 150 getuigen. Daaruit is bijvoorbeeld gebleken dat een van de voormalige directeuren van SE Fireworks een sluitend alibi heeft en niet op het terrein is geweest voorafgaand aan de ramp. Er is ook geen indicatie dat kort voor de ramp vuurwerk is afgestoken bij het bedrijf, zoals getuigen meldden.

Bij de vuurwerkramp vielen 23 doden en raakten bijna 1000 mensen gewond.

Het nadere feitenonderzoek staat onder leiding van het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam. Het draait om de oorspronkelijke tip over betrokkenheid van De V., sporen die op zijn sportbroek zijn gevonden en de wijze waarop is omgegaan met zijn verklaringen. Hierover zijn vraagtekens gerezen, aldus politie en justitie.

Burgemeester van Enschede en korpsbeheerder van de politie Twente, Peter den Oudsten, vindt het „uiterst onbevredigend” dat de oorzaak van de ramp niet dichterbij is gekomen. „Mensen zouden ermee geholpen zijn als de oorzaak van de ramp achterhaald zou kunnen worden. Het boek kan nog niet dicht.”

Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) is gevraagd om een onafhankelijk oordeel over de vraag of alle zeven onderzoeken die naar de vuurwerkramp zijn gedaan, onafhankelijk en volledig waren. Een mogelijkheid is dat een onafhankelijke groep mensen zich over deze vraag buigt. De minister heeft het verzoek in overweging.