Amerika is de laatste dagen in de greep van een groot misbruikschandaal aan de Pennsylvania State University. Een pedofiel kon in een voetbalteam jarenlang zijn gang gaan omdat bestuurders geen actie ondernamen.

De situatie is symptomatisch voor een bredere „antikindcultuur” in de Verenigde Staten, stelt Richard Land, ethicus van de Conventie van Zuidelijke Baptisten. „Kerken zijn hier helaas niet immuun voor.”

De Associated Baptist Press, de nieuwsdienst van de Zuidelijke Baptisten, citeerde Land maandag. Volgens hem is het melden van kindermisbruik een „moreel gebod. Als je gegronde reden hebt te denken dat ergens een kind wordt misbruikt, is het je wettelijke plicht dit te melden bij de politie”, aldus Land. „Het is haar taak om te onderzoeken of het waar is of niet. Ik geloof dat je een morele plicht hebt 
–een morele plicht ook als christen– om onschuldige kinderen te beschermen. Dat betekent melden bij de autoriteiten zodra er verdenking van seksueel misbruik is.”

Betrokkenheid van een kerk bij het misbruik kan geen reden zijn om verschil te maken, zegt Land. „Als je dat verschil wel maakt, worden kerken vrijplaatsen voor daders. Terwijl elke kerk een veilige plek voor kinderen zou moeten zijn.” Volgens de ethicus is „interne rapportage” niet genoeg. „De kerk is helaas niet immuun voor kindermisbruik.”

Hij noemt het voorbeeld van een vrouw die haar leven lang in de prostitutie had ‘gewerkt’. Als dertienjarig meisje was ze misbruikt door de jeugdpredikant. Land: „Haar ouders deden er niets aan. Ze stuurden de jeugdpredikant weg, maar deden niets anders dan dat. Dus voelde het meisje zich verraden en begon een neerwaartse spiraal naar de prostitutie.”

Land hoort verhalen van kinderen die misbruik meldden bij de kerkleiding. Daar stuitten ze op onbegrip en ongeloof, met als gevolg dat zaken in de doofpot verdwijnen. „Het is echt een ziekelijke situatie. Te vaak luisteren we niet naar kinderen. Wat ze zeggen nemen we niet serieus, en zo bedekken we het. We vegen het onder het tapijt.”