„Democratie biedt christenen geen garantie”
OTTERLO – Handhaving van de rechtsstaat biedt meer garanties voor christenen dan het behoud van de democratie, vindt mr. G. J. Spijker. „Democratisch genomen besluiten kunnen het recht schenden.” Hem is er alles aan gelegen om de rechtsstaat te behouden, maar over de democratie heeft hij zijn vragen.
De medewerker van de Groen van Prinstererstichting, het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, uitte vrijdagavond in Otterlo zijn twijfels. Daar sprak hij tijdens het najaarsweekend van Quo Vadis, het Nijmeegse dispuut van de reformatorische studentenvereniging CSFR.
Spijker vindt niet dat democratie op gespannen voet staat met het christendom. Vanuit de Bijbel zijn er volgens hem goede redenen aan te voeren om voor een democratie te zijn: mensen zijn allemaal gelijk voor God, iedereen moet kunnen meepraten over de publieke zaak en verantwoording kunnen afleggen. Een democratie moet echter wel gevoed worden door een hogere norm, anders ontstaat volkssoevereiniteit, waarbij het volk zichzelf een wet stelt.
De jurist constateerde een „tendens van inperking van de godsdienstvrijheid” door de parlementaire democratie, onder meer tot uiting komend bij trouwambtenaren die weigeren homo’s te trouwen, de rechten van het christelijk onderwijs en het vrouwenstandpunt van de SGP. Ook de rechten van andere minderheidsgroepen staan volgens hem onder druk, gezien de discussie over de hoofddoekjes van moslima’s en het dreigende verbod op ritueel slachten door joden en moslims.
Spijker verwacht dat de politiek nog meer druk gaat uitoefenen om regels aan te passen. Dat heeft te maken met de veranderingen in de maatschappij. „Men snapt niet wat het is om een collectief geloof te hebben. De meerderheid van de bevolking beleeft spiritualiteit individueel. Bovendien vinden veel mensen alles relatief. In deze cultuur is het voor velen moeilijk te begrijpen wat het christendom betekent.”
Het is volgens de wetenschapper niet ondenkbaar dat de democratie in Nederland zijn beste tijd gehad heeft. Hij haalde een Chinees onderzoek aan naar het waarom van de successen van het Westen. Die bleken te maken te hebben met het christendom. „Wat houd je over als het christendom wegvalt?” vroeg Spijker zich af, waarna hij erop wees dat naastenliefde een belangrijke notie is in het christendom, terwijl in het hedendaagse denken de focus meer op het individu ligt. „Een democratie stelt hoge eisen aan de mensen. Voldoet de bevolking hier tegenwoordig nog wel aan of gaat de democratie ontaarden in chaos?”
Tegenwicht ziet hij bij de rechterlijke macht die waakt voor de grondrechten. De rechter maakt meestal een zorgvuldiger afweging dan de politiek. Het feit dat Nederland een rechtsstaat is zorgt voor een overheid die gebonden is aan regels en voor spreiding van de macht. Maar er kan een moment komen, zo waarschuwde de jurist, dat het fout gaat. „De rechtsstaat heeft ”checks and balances”, maar die kan misschien op een gegeven moment niet meer tegen de democratie op.”
Wat moet er dan gebeuren? „Misschien komen we dan in een fase terecht dat we ons weer vreemdelingen gaan voelen op de aarde. Zo staat het ook in de Bijbel.”
Na de lezing kreeg hij een vraag of Nederland nog wel een echte democratie kent. Spijker ziet in ieder geval een groeiende invloed van technocraten, niet alleen in Italië, maar ook in Nederland. „Misschien leven we nu wel in het herfsttij van de verlichting en de democratie”, zo verwoordde hij zijn standpunt.
Een student was van mening dat christenen meer naar buiten gericht moeten zijn en moeten laten zien waarvoor ze staan. „Velen om ons heen weten niet waarom christenen moeite met bepaalde standpunten hebben.”
Spijker erkende dat er veel onbegrip is. Dat is volgens hem voor een groot deel een gevolg van de verzuiling. „Er is daardoor geen cultuur ontstaan om met mensen met andere denkbeelden te praten. We hebben veel uit te leggen. De kerk wordt nu laag gewaardeerd. We kunnen ons afvragen wat we verkeerd doen. We moeten echter onze idealen niet opgeven maar ons inzetten op de juiste fronten en onze boodschap op de goede manier brengen.”