Kerk & religie

Dr. Vinoth Ramachandra: Zending is geen partnerschap

ARNHEM – „Christenen in het zuiden van de wereld zijn vaak diep verdeeld. Maar deze verdeeldheid wordt verder geaccentueerd door buitenlandse inmenging – in de naam van de zending.” Volgens dr. Vinoth Ramachandra uit Sri Lanka moet de westerse kerk leren om thuis met zending te beginnen en eerst de eigen verdeeldheid te belijden.

Van een medewerker
18 November 2011 20:41Gewijzigd op 14 November 2020 17:45
dr. Vinoth Ramachandra. Foto RD
dr. Vinoth Ramachandra. Foto RD

Ramachandra, in dienst van de internationale studentenorganisatie IFES, was deze week met zijn vrouw in Nederland op uitnodiging van de Unie van Baptisten, Tear, de Evangelische Alliantie en de Nederlandse Zendingsraad. Hij sprak vrijdag in Arnhem op het symposium ”De wereldkerk en Gods zending”.

Ramachandra stelde kritische vragen bij de manier waarop zending vanuit het Westen georganiseerd wordt. Hij wees op de geldstromen uit westerse kerken en organisaties. Dat geld kan de relaties gemakkelijk scheeftrekken en de agenda bepalen. „Ik heb geen bezwaar tegen het sturen van mensen of geld ter ondersteuning van christelijke bedieningen op andere plaatsen. Maar we moeten ons wel afvragen: Wie neemt de beslissingen? Werken zij die van buiten komen naast en onder het leiderschap van de lokale mensen?”

De Sri Lankaan gebruikt het woord partnerschap liever niet voor zending. Deze term riekt hem te veel naar de zakenwereld. Liever gebruikt hij de Bijbelse beelden van „Gods huisgezin” en het „lichaam van Christus”, die de wederzijdse afhankelijkheid van christenen benadrukken. „Partnerschap is een modewoord geworden, maar cynici kunnen zeggen dat het eenvoudigweg een verkapte vorm van neokoloniaal paternalisme is. Het is een houding in de trant van: „Wij hebben een opdracht van God, dus hebben wij besloten welke programma’s jullie nodig hebben; wij sturen jullie het nodige geld, als jullie de plaatselijke mensen vinden om deze programma’s te implementeren.”

De consumptiementaliteit is op allerlei manieren de kerk, de theologie en de zending binnengeslopen, aldus Ramachandra. In dit verband noemde hij kortlopende uitzendingen, met name vanuit de Verenigde Staten. Onderzoek van de socioloog Robert Wuthnow wijst uit dat 1,6 miljoen Amerikaanse christenen jaarlijks meedoen aan een kortlopend missionair programma. Hun kerken besteden daar ongeveer 1,8 miljard euro aan. De bestemmingen blijken echter vooral Caraïbische en Centraal-Amerikaanse staten te zijn, die ook fungeren als luxe vakantiebestemmingen. Dat staat volgens Ramachandra in schril contrast met de eerste christenen: zij waren vluchtelingen voor de vervolgingen na de dood van Stefanus en brachten het Evangelie de grens van Israël over (Handelingen 8:4).

De vraag aan westerse kerken en zendingsorganisaties vandaag is volgens Ramachandra: Welk Evangelie verkondigen jullie? „Kunnen wij een Evangelie verkondigen waarin de armen een visie op het mens-zijn zien die anders is dan de visie die het kapitalisme hun biedt? Kunnen we één Evangelie aan de armen en een ander Evangelie aan de rijken verkondigen? Kunnen we zonder blikken of blozen het welvaartsevangelie afwijzen dat de armen zo aantrekt, terwijl we zwijgen over het welvaartsevangelie van de zelfgenoegzame rijken?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer