Een paar weken geleden presenteerde de organisatie na uitvoerig onderzoek een rapport waaruit de afhankelijkheid van de café-uitbaters ten opzichte van de brouwers duidelijk naar voren kwam. „Die markt werkt niet”, aldus Van der Grinten.

Daardoor is het volgens KHN zo dat een biertje in de kroeg tegenwoordig dubbel zo veel kost als een biertje uit de supermarkt. „En dat kan ik niet uitleggen.”

In het verleden hebben de brouwers volgens KHN vrijstelling gekregen van de Europese kartelwetgeving waardoor die behalve leverancier ook financier van het horeca-etablissement kon zijn. Onderdeel van deze deal was daarbij dat de brouwers de klanten een afnameverplichting konden opleggen. „Op voorwaarde dat de markt daardoor niet werd verstoord. Wij hebben nu bewezen dat dit wel het geval is.”

Heineken heeft sinds het verschijnen van het onderzoek van KHN al verschillende malen aangegeven dat het wil stoppen met de financiering van kroegen. „Dat is een kip-ei-verhaal”, stelt Van der Grinten. Het is voor horecabedrijven haast onmogelijk elders financiering vandaan te halen omdat de branche niet goed rendeert. „Dat komt doordat de markt verstoord is door de verhoudingen tussen brouwer en uitbater.”

KHN wil daarom dat eerst de afnameverplichting, waarbij het café zich verplicht om een bepaalde hoeveelheid bier voor een bepaalde prijs af te nemen, wordt afgebouwd. Om dat voor elkaar te krijgen, is een brief naar Den Haag, Brussel en de NMa gestuurd. „Daarna kunnen we kijken naar het afbouwen van de financiering.”