Tweederde Britten geloven dat Blair hen heeft misleid inzake Irak
Tweederde van de Britten geloven dat premier Tony Blair hen heeft misleid toen hij zijn redenen uiteenzette om Irak de oorlog te verklaren, blijkt uit een peiling waarvan de uitslag maandag bekend is gemaakt.
Blair heeft vooral gehamerd op het gevaar dat uitging van de massavernietigingswapens waarover de Iraakse president Saddam Hussein zou beschikken. Omdat tot nu toe geen bewijzen zijn gevonden dat die wapens echt bestaan is de Britse premier onder zware politieke druk gekomen. Parlementair onderzoek naar de vraag of Blairs regering de inlichtingenrapporten over Irak heeft ’opgepept’ om een oorlog te rechtvaardigen is nog gaande.
Van de personen die in opdracht van de krant Daily Mirror op 11 en 12 juli werden ondervraagd gelooft 66 procent dat Blair het publiek een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven: 39 procent denkt dat daarbij geen opzet in het spel is geweest, 29 procent denkt van wel.
Oproepen voor een gerechtelijk onderzoek naar de gang van zaken werden maandag door minister van buitenlandse zaken Jack Straw van de hand gewezen. Straw zei dat de parlementaire commissie voor inlichtingen en veiligheid die Blair heeft benoemd daar het aangewezen orgaan voor is. De commissie, bestaande uit negen vertegenwoordigers van Lager– en Hogerhuis, houdt haar zittingen achter gesloten deuren en rapporteert eerst aan Blair alvorens verslag uit te brengen in het Lagerhuis.
Vooral de waarschuwing dat Saddam Hussein binnen drie kwartier massavernietigingswapens zou kunnen inzetten wordt Blair nagedragen, omdat deze nauwelijks wordt geschraagd door de inlichtingenrapporten. De parlementaire commissie van buitenlandse zaken, die een eigen onderzoek uitvoert, zei vorige week dat ‘de jury er nog niet uit is’.