„Juliana dreigde in 1956 hofpersoneel”
NIJMEGEN (ANP) – Koningin Juliana was in 1956 woedend omdat het hofpersoneel haar naar haar mening onvoldoende steunde in wat later bekend is geworden als de Greet Hofmansaffaire.
Juliana dreigde al haar personeel met verdere tegenmaatregelen als degenen die zich kritisch over haar uitlieten, zich niet onmiddellijk bekend zouden maken, zo staat in de tweede, herziene druk van de biografie over oud-premier Piet de Jong. Die werd gisteren door De Jong (96) zelf in ontvangst genomen.
De Jong was van 1955 tot 1958 adjudant op Paleis Soestdijk. De eerste druk van de biografie verscheen in 2001. Daarna is zowel koningin Juliana als prins Bernhard overleden. Auteurs Jan-Willem Brouwer en Johan van Merriënboer van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit in Nijmegen kregen nu inzage in archieven van het Koninklijk Huis.
Adjudant De Jong riep de koningin in 1956 beleefd maar zeer duidelijk tot de orde, zo blijkt uit een brief. „Hij stelde zelfs aan de koningin grenzen”, aldus de auteurs. In 1965 schreef De Jong, toen minister, in een brief aan prinses Beatrix dat er zorgen waren over haar gevoel voor constitutionele verhoudingen. Aanleiding was het rumoer rond haar verloving met de Duitser Claus von Amsberg.
„Wie mij eigenwijs vindt, heeft gelijk (…) maar inconstitutioneel denk ik niet en zal ik niet kunnen denken. Laster hieromtrent moet ik terzijde schuiven voor wat het is”, antwoordde de troonopvolgster.
De Jong was premier van 1967 tot 1971. Zijn kabinet bracht volgens de auteurs grote maatschappijhervormingen tot stand.