„Moslims zijn mijn vrienden; het probleem ligt in de islam”
„Na de aanslagen van 11 september is de islam meer defensief dan offensief geworden. Christenen worden in de Arabische wereld niet langer openlijk aangevallen. Als mensen er oog voor krijgen dat de terroristische aanslagen een directe toepassing vormen van de koran, kunnen we een doorbraak van het Evangelie in de Arabische wereld verwachten. Er is sprake van een verandering in klimaat.”
De christen-Arabier Andrew (om veiligheidsredenen wil hij niet met zijn eigen naam in de krant en evenmin op de foto) is enkele dagen in Nederland, in verband met een conferentie voor Arabischsprekenden in Dalfsen. Andrew is een prominent figuur in de Arabische christelijke wereld. Hij is reizend evangelist in Jordanië, fungeert eens per jaar als VN-tolk (hij vertaalde onder anderen Clinton en Kofi Annan) en verzorgt christelijke televisie-uitzendingen voor Arabischsprekenden.
Andrew werd geboren in Palestina, verhuisde later naar Jordanië en vertrok vandaar naar Engeland. Daar woonde hij negentien jaar.
Sinds acht jaar is hij weer terug in Jordanië, een land waar 97 procent van de bevolking moslim is. Evenals zijn vader is hij predikant in de Christian Missionary Alliance, „een gelukkige combinatie van baptisme en de Assemblies of God”, aldus Andrew.
In Jordanië wordt het christendom, al vormt dat maar 3 procent van de bevolking, geen strobreed in de weg gelegd, zegt hij. Hoewel: „We hebben vrijheid van eredienst, maar krijgen problemen met de regering als we op straat openlijk met moslims over Christus spreken.”
Het aantal Arabische christenen met een moslimachtergrond is het laatste decennium volgens hem „met vele duizenden” gegroeid, terwijl de groei voordien slechts honderden bedroeg. Door zijn vele reizen in de Arabische wereld heeft hij een goed overzicht van de groei van de christenheid in de diverse Arabische en overwegend islamitische landen.
De predikant onderscheidt verschillende groepen christenen. In de eerste plaats zijn er de christenen die in sommige landen een beduidende minderheid vormen. Hij noemt landen als Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Sudan, Egypte en de Westelijke Jordaanoever. Egypte kent de grootste christelijke minderheid. „In al deze landen kunnen christenen zich doorgaans openlijk manifesteren. De problemen beginnen wanneer moslims tot geloof in Christus komen. Dan worden zij voorwerp van vervolging. Dat kan op velerlei wijze gebeuren: door de overheid, door familie of op het werk.”
Christenen wonen, in de tweede plaats, in landen waar vrijwel geen kerken zijn, zoals in sommige landen in Noord-Afrika. „Het gaat hier om landen die het christendom historisch niet of nauwelijks kennen. Degenen die tot Christus zijn gekomen, hebben in deze landen allemaal een islamitische achtergrond. Zij komen clandestien bijeen, op verschillende plaatsen, meestal in eigen woningen. Ze worden door de geheime politie angstvallig in de gaten gehouden.” Andrew spreekt in dit verband van „moslim background believers”, gelovigen met een moslimachtergrond.
Radio en televisie zijn de enige middelen om de bevolking met het Evangelie te bereiken, zegt hij. Samen met zijn vrouw is hij betrokken bij vijf satellietprogramma’s die wereldwijd uitzendingen verzorgen in de Arabische taal. Veel van de 260 deelnemers aan de conferentie in Dalfsen zijn langs deze weg met het christendom in aanraking gekomen. Andrews kerk in Jordanië kent ook een internetbediening, die de Bijbel in het Arabisch beschikbaar heeft gesteld. „Deze Bijbel is al duizenden keer gedownload.”
De predikant maakt een duidelijk onderscheid tussen moslims en de islam. „Onder moslims heb ik tal van vrienden”, zegt hij. „God houdt van moslims. Maar de islam is een religie die oorlogsgezind is. Niet voor niets hebben de mensen die de aanslagen in Casablanca en Amerika pleegden de koran uitvoerig geciteerd. Bin Laden deed zijn aanslagen met een beroep op de koran. Bin Laden is een man van het boek, de koran. Hij is helemaal geen extremist. Degenen die hem veroordelen, volgen de koran niet.”
Christenen worden in Arabische landen vervolgd, maar nooit openlijk om hun religie. Andrew: „Christenen worden meer getolereerd dan geaccepteerd. In bepaalde landen wordt zelfs openlijk opgetreden tegen islamitische extremisten. Als christenen vervolgd worden, dan gebeurt dat om andere redenen, zoals beschuldiging van communisme of revolutionaire activiteiten. Van gevangenschappen horen we weinig, ook niet van doodstraffen. En wanneer van dit laatste sprake is, worden er andere redenen voor aangevoerd. De grootste vervolging zit hem in de relaties die onder druk staan. Moslims die christen worden, verliezen vaak alles: hun huis, hun werk en soms ook hun vrouw, die niet met een heiden getrouwd wil zijn.”
Andrew benadrukt dat het gebed de belangrijkste oorzaak is van het toenemende aantal christenen onder Arabischsprekenden. „We weten dat er miljoenen op de wereld zijn die bidden voor de doorwerking van het Evangelie in de Arabische wereld. Daarbij zijn vooral de levende voorbeelden van christenen van belang. De islam heeft altijd kunnen groeien dankzij de zwakte van het christendom. Ik heb dat in de jaren dat ik in Engeland woonde met mijn eigen ogen gezien. Als moslims gaan zien wat de liefde van Christus werkelijk betekent, dat die levens van mensen verandert, kunnen we wonderen verwachten.”
De predikant weet dat het moeilijk is om moslims te bereiken, ook in het Westen. „Het is van groot belang welke methode we gebruiken. We moeten hen niet direct confronteren met het Evangelie en de Naam van Christus. Het gaat er vooral om dat we hen als levende voorbeelden liefhebben en werkelijk om hen geven. Stel dat er in Nederland honderd moslims tot geloof zouden komen, hoeveel kerken zouden er dan klaarstaan om hen op te vangen, te begeleiden en te trainen?”