Kerk & religie

Wetenschap kiest atheïsme uit veiligheid

AMSTERDAM – Wetenschappers praten nog weinig over het geloof aan de koffietafel op de universiteit. Ze kiezen voor het atheïsme uit veiligheidsoverwegingen.

12 November 2011 00:41Gewijzigd op 14 November 2020 17:38
Foto EPA
Foto EPA

Dat stelt dr. ir. Martine van Veelen, programmacoördinator Geloof en Wetenschap bij ForumC en redacteur van de website geloofenwetenschap.nl, in de bundel ”Geloof in de wetenschap” (uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam), die donderdag werd gepresenteerd. Daarin bevraagt zij vijf atheïstische en vijf gelovige wetenschappers op hun visie op geloof en wetenschap en ethische dilemma’s die in hun vakgebied spelen. Het zijn Carlo Beenakker, Cees Dekker, Vincent Icke, James Kennedy, Gerard Nienhuis, Wubbo Ockels, Herman Philipse, Herman van Praag, Corine de Ruiter en Dick Swaab

Volgens Van Veelen worden geloof en wetenschap tegenwoordig steeds meer als aparte werelden gezien. Terwijl gewone burgers de ‘luxe’ hebben dat ze over allerlei lastige kwesties en onopgeloste problemen simpelweg niet na hoeven te denken, mogen wetenschappers hun hoofd niet in het zand steken als het om levensbeschouwing gaat. „Het atheïsme is dan de meest veilige en voor de hand liggende keuze. Rond het theïsme hangt te veel een waas van ongeloofwaardigheid en het agnosticisme is toch een vorm van ontkenning.” Helemaal eerlijk is het niet. „De gewone burger mag fantaseren over het zesde zintuig, geesten en transcendente goden. De wetenschapper mag alleen zijn eigen metingen geloven en wanneer hij zich ook maar een beetje op het gebied van een andere discipline begeeft, wordt hij direct afgestraft. Dat is de keerzijde. Wetenschap dwingt tot een keuze, maar makkelijk is die keuze niet. Het vergt moed om tegen de heersende wetenschappelijke norm in te gaan.”

Carlo Beenakker (theoretische natuurkunde, Leiden) vindt dat er een scheiding tussen geloof en wetenschap moet zijn. Hij noemt het geloof erg belangrijk voor hem en dankt God voor zijn wetenschappelijke inzichten. Toch vindt hij dat de Bijbel niets vertelt over de oorsprong van het heelal. „De Bijbel vertelt ons wie God is en hoe God ten opzichte van de mens staat. Of nu de oerknal het allereerste begin was, of dat er ook nog een heelal voor de oerknal was, maakt dat verschil om wel of niet in God te geloven?”

Gods uitspraak „Laat ons mensen maken”, maakt duidelijk dat God de mens gewild heeft en de mens liefheeft. „De ongerustheid dat de evolutie je van je geloof afbrengt is niet nodig.”

Cees Dekker (moleculaire biofysica, Delft) noemt het conflict tussen geloof en wetenschap een mythe, stammend uit de negentiende eeuw. Hij gelooft in een transcendente God, Schepper van het totale universum, die buiten deze werkelijkheid staat en die deze werkelijkheid heeft gemaakt.

Het Genesisverhaal vertelt over hoe God de wereld schiep. Maar hoe dat te lezen? Als een soort journalistiek verslag van hoe God de wereld heeft geschapen, of als een openbaring van theo­logische noties over God, de mens en deze wereld? „Ik zou christenen willen meegeven dat we totaal onbevreesd kunnen zijn in onze benadering van deze problematiek. God heeft deze wereld geschapen én Hij heeft gesproken door het woord, en Hij is een betrouwbaar God. Zijn schepping kunnen we leren kennen door middel van de natuurwetenschap. Wat we daarbij te weten komen, moet dus in overeenstemming te brengen zijn met wat in Genesis geopenbaard staat, en ik denk dat dat inderdaad kan.”

Gerard Nienhuis (natuurkunde, Leiden) ziet een mogelijk conflict tussen geloof en wetenschap niet als een probleem. „Je kunt toch bijleren? Dan kan het zijn dat je je geloofsopvatting moet bijstellen, bijvoorbeeld als je geloof je ertoe brengt om uitspraken te doen over de waarneembare werkelijkheid, het gebied waar de wetenschap over gaat (…) Als je denkt dat de Bijbel leert dat de aarde jong is, zoals velen vroeger dachten, en als uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat niet klopt, dan kun je dat als een conflict ervaren. Maar je kunt ook vaststellen dat we het kennelijk anders moeten zien.”

Dick Swaab (neurbiologie, Amsterdam) en Herman Philipse (wijsbegeerte, Utrecht) verkondigen ronduit atheïstische standpunten. Swaab, schrijver van de bestseller ”Wij zijn ons brein”, maakt er geen geheim van de euthanasiewet te willen verruimen tot ouderen die alleen ouderdomskwaaltjes hebben, engeen ernstige ziekten. „Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het belangrijk is om wel aan deze wet mee te werken. Net zoals ik me ook heb ingezet om het publiek duidelijk te maken dat ook dementie onder de euthanasiewet valt.”

Wubbo Ockels (duurzame technologie, Delft) is sceptisch over grootse wetenschappelijke verklaringen over ontstaan van het heelal. Hij bepleit wetenschappelijke bescheidenheid. „Ik denk dat wij de werkelijkheid zien met heel beperkte ogen, met een heel beperkt waarnemingsvermogen en met een beperkte interpretatie. We hebben instrumenten gebouwd die ons extra waarnemingen geven, zoals telescopen en microscopen. Maar ook die instrumenten hebben we zelf bedacht. Met andere woorden: we hebben een menselijke kijk op alles om ons heen, op het universum.”

Onze blik is beperkt, aldus Ockels, zeker sinds hij deelgenomen heeft aan ruimtevaart. „Iedereen die wetenschap bedrijft is op de aarde. Maar als je buiten de aarde bent en dan het verschil ziet, dan weet je met welke beperking mensen op aarde wetenschap bedrijven. Die beperkte blik beïnvloedt hun hele wereldbeeld, dat kan niet anders. Ik zou het verfrissend vinden als een groot gedeelte van onze wetenschap op zijn kop gaat, en ik verwacht dat dat in de komende decennia ook gebeurt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer