Kerk & religie

Romeinen 13 als basis voor de Verenigde Naties

In zijn lezing ”Geweld en non-geweld in de Heidelbergse Catechismus” op de IRTI-conferentie over christelijk geloof en geweld, in Kinasih, plaatste prof. dr. W. Verboom het Koninkrijk van God tegenover het domein van de duivel.

Dr. ir. J. van der Graaf
11 July 2003 18:46Gewijzigd op 14 November 2020 00:26

Het domein van de duivel, zei Verboom, is gebaseerd op geweld; in het Koninkrijk van God zet non-geweld de toon, al is er wel sprake van kracht. Gelovigen, het volk van de nieuwe geboorte, krijgen te maken met lijden, maar dragen hun kruis, al zijn ze ook tot strijd geroepen. In de navolging van Christus verwerpen gelovigen geweld; onder Zijn macht strijden zij echter wel tegen de duivel. Het ligt in de macht van de gekruisigde en opgestane Christus om de schuld van Zijn volk te dragen, maar door Zijn macht overwint Hij ook de duivel en diens geweld.

In het Koninkrijk Gods is er geen recht zonder genade, maar ook geen genade zonder recht, ook niet in het sociale leven. De tijd van ontstaan van de Heidelberger brengt met zich mee dat de bredere sociale vragen, waarvoor wij nu staan, niet expliciet aan de orde komen. Maar de aanzetten zitten er, vooral bij de behandeling van de Tien Geboden, wel in, aldus de inleider.

Prof. dr. P. Wells uit Aix-en-Provence zei het later, in zijn lezing over ”Geheiligd geweld en het Kruis”, zó: „De navolging van Christus, gebaseerd op het bloed der verzoening, opent de weg tot bevrijding van geweld en conflicten van allerlei aard.” Dr. Kadarmanto Hardjowasito, gastheer van de conferentie, merkte overigens op dat de Indonesische kerken vijf jaar geleden een nieuwe catechismus aannamen, waarin ook de sociale aspecten in de Indonesische context een duidelijke plaats hebben gekregen.

Wie geweld losmaakt van God, zei de Leidse hoogleraar G. G. de Kruijf, legt het helemaal bij de mens. Geweld moet zijn eigen (bijbelse) plaats blijven behouden, evenals wraak. Hij wilde blijven in de lijn van wat Paulus schrijft in Romeinen 12 en 13. God voltrekt het uiteindelijke (eschatologische) oordeel en het geloof vertrouwt erop dat Hij dit doen zal. Het geloof in een (uiteindelijk) oordelende God zal kunnen bijdragen tot het bevorderen van vrede.

Bij de visie van Paulus dat in het oordeel van God ook overheden, als dienaressen van God, een plaats hebben, plaatste De Kruijf de vraag of nationale overheden wel meer te vertrouwen zijn dan afzonderlijke personen. Paulus’ visie kan alleen maar werken als er slechts één overheid is, die boven alle partijen staat. In dit verband wil hij met Romeinen 13 een basis leggen onder de Verenigde Naties als wereldwijd lichaam.

Dr. G. van den Brink wierp hem tegen dat als het oordeel van God alleen in de voleinding van de tijd wordt gelegd, slechts de negatieve kant ervan, de straf, wordt belicht. Die kant mag op zich een matigende invloed op geweld hebben, maar het gaat ook om de eer van God in dit leven. Van den Brink was aanmerkelijk positiever ten opzichte van de landelijke overheden en kritischer ten opzichte van een wereldverband als de VN, dat niet sterker is dan de afzonderlijke staten samen.

De Leidse theologe dr. K. Biezeveld ging expliciet in op geweld in het Oude Testament. De tekst van het Oude Testament, zei ze kritisch richting Van de Beek („In God is geen geweld”), wordt diep gemarkeerd door geweld. „Dat is niet weg te poetsen door uit te gaan van de vervulling van het Oude Testament in Christus. God is in het Oude Testament uitdrukkelijk verbonden met het geweld, dat Hij uitoefent jegens de vijanden van Zijn volk Israël, alsook tegen Zijn (verbonds)volk zelf als dit ontrouw is. Dat vraagt ook doorvertaling naar vandaag.”

Biezeveld wees op schokkende passages en ging daarbij uitvoerig in op Ezechiël 16. „Bestaat er werkelijk een God van Wie getuigd moet worden dat Hij zulk geweld gebruikt?” Ze kwam hiermee voor zichzelf tot theologische klaarheid door te stellen dat het hier gaat om gedeelten die een plaats hebben in de (ontwikkelingen in) de geschiedenis van Israël en die bijdragen tot de ontwikkeling van de identiteit van Israël, met een monotheïstische religie.

Toen ze echter opmerkte dat zich ook het beeld van God op zich langzaam heeft ontwikkeld, sprong (onder anderen) Van de Beek op de ketting. „Zo ga je het Oude Testament selectief lezen en niet meer als openbaring van God Zelf. Hoe kan God autoriteit hebben als Hij Zich in het denken van mensen, in dit geval van Israël, in de geschiedenis heeft ontwikkeld?”

Niettemin blijven geschiedenissen met overdadig geweld in het Oude Testament moeilijk te verstaan. ’s Avonds ging de dagsluiting over de historie van Dina in Genesis 34. Men leze…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer