Geen depressie door bioklok
Mensen die lijden aan een winterdepressie krijgen die niet door een verstoorde biologische klok, zoals vaak wordt verondersteld. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.
De biologische klok zit in de hersenen en zorgt ervoor dat processen in het lichaam een ritme vertonen van ongeveer 24 uur. Daarbij gaat het om processen zoals lichaamstemperatuur en hormoonafgifte, maar ook om psychische processen zoals alertheid, stemming en prestatie. Door de gevoeligheid voor licht registreert de biologische klok de seizoenen.
Dankzij de biologische klok werken de nieren en de spijsvertering ’s nachts in een lager tempo en is er sprake van dag-nachttemperatuur. Ook de hartslag gaat ’s nachts trager.
De biologische klok regelt behalve het 24-uursritme ook langere cycli, zoals de wisseling van de seizoenen. Het ’slaaphormoon’ melatonine speelt hier een belangrijke rol. De biologische klok zorgt ervoor dat de hersenen gedurende de nacht melatonine afgeven aan het bloed. Bij korte zomernachten duurt die afgifte korter dan in het donkere winterseizoen. Het lichaam registreert dit.
Winterdepressie treedt op wanneer de dagen kort zijn, en kan goed behandeld worden met lichttherapie. „Het leek daarom een plausibele theorie dat de biologische klok verstoord is. Maar dat blijkt niet waar te zijn”, zegt K. Koorengevel, die met haar onderzoek op 16 januari aan de RUG promoveert.
Koorengevel manipuleerde in haar onderzoek de slaap-waakcyclus van proefpersonen. Uit metingen daarna blijkt dat de invloed van de biologische klok op de lichaamstemperatuur, de melatonineafgifte en de regulatie van de stemming bij patiënten en bij gezonde proefpersonen gelijk is. De biologische klok is dus niet verstoord.
„Bij de start van het onderzoek had ik echt voor ogen dat we bewijs voor de theorie van de verstoorde biologische klok zouden vinden. Maar dat is niet gebeurd. Onduidelijk blijft waarom winterdepressiepatiënten baat hebben bij lichttherapie via de ogen, maar dat het werkt via de biologische klok lijkt onwaarschijnlijk”, aldus Koorengevel.