Öcalan, die door de Turkse regering verantwoordelijk wordt gehouden voor enkele tienduizenden doden tijdens de strijd van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) voor een onafhankelijk Koerdistan in het zuidoosten van Turkije, werd in februari 1999 in Kenia door een speciale eenheid gearresteerd en daarna bedwelmd per vliegtuig overgevlogen naar Turkije.

In december van dat jaar werd hij ter dood veroordeeld wegens hoogverraad. Hij wendde zich tot het Europees Hof in Straatsburg om van de doodstraf af te komen. Vorig jaar juni heeft Turkije echter de doodstraf afgeschaft en is Öcalans straf omgezet in levenslang. De zaak tegen de 53–jarige verloor daardoor zijn impact. Hij zit zijn straf uit op een gevangeniseiland Imrali in de Zee van Marmara.

In maart oordeelde het hof dat de mensenrechten van Öcalan waren geschonden omdat hij niet direct is voorgeleid aan een rechter na zijn arrestatie. Verder is hij niet door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank behandeld. Bovendien had de PKK–leider geen onbeperkte toegang tot zijn advocaten. Het hof kende Öcalan een schadevergoeding van 100.000 euro toe.

Een aantal bezwaren aangetekend door de Koerdische leider werden verworpen. Zo meende het hof dat de arrestatie in Afrika en de wijze van zijn transfer naar Turkije niet in strijd waren met de Conventie inzake de Rechten van de Mens. Ook het feit dat Öcalan in isolatie wordt gedetineerd werd niet negatief door het hof beoordeeld. Het definitief oordeel van het Europees Hof zal zeker een jaar op zich laten wachten.