Logica niet toereikend om God te leren kennen zoals Hij is
Het gebruik van de logica is niet toereikend om God werkelijk te leren kennen zoals Hij is, betoogt prof. dr. Marc de Vries.
„Wetenschappers hebben aangetoond dat…” Als dat in de krant staat, is er geen twijfel meer mogelijk. Daarom zouden veel mensen het geweldig vinden als de krant zou berichten: „Wetenschappers hebben aangetoond dat God bestaat.” Er zijn dan ook mensen die God zoeken langs de weg van het verstand.
Sommigen proberen Gods bestaan hard te maken door te laten zien dat er wel een Schepper moet zijn die verantwoordelijk is voor zo’n prachtige wereld als de onze. Anderen werpen echter tegen dat die wereld ook veel ‘ontwerpfouten’ lijkt te bevatten: mensen worden ziek, dieren maken elkaar af, er gebeuren natuurrampen.
Een andere zoekweg is om te proberen Gods hand in de geschiedenis aan te tonen. Toen het IJzeren Gordijn viel en zovele gebeden voor de vervolgde kerk in Oost-Europa verhoord werden, zagen velen daarin de hand van God. Anderen werpen dan tegen: Waar was die hand toen Hitler het Joodse volk uitmoordde?
Nog weer anderen zoeken het in de zogeheten godsbewijzen. Als je toch eens met een kloppende redenering zou kunnen aantonen dat God wel móét bestaan. Maar tot nu toe is er nog geen godsbewijs geleverd waarop geen steekhoudende tegenargumenten geleverd zijn.
Dan is er nog de weg van de religies, waarlangs je God kunt zoeken. Maar die lijkt niet eenduidig naar de God van de Bijbel te leiden, want religies zijn er in alle soorten en maten. Al die zoekwegen leiden dus niet zomaar naar het doel: God vinden.
Niet dat die wegen hun waarde niet hebben. Op zijn minst is het de moeite waard om een eindweegs mee te lopen met mensen die zich op zulke zoekwegen bevinden. Zoals de Heere Jezus optrok met de Emmaüsgangers en hen eerst rustig liet vertellen waarom zij daar liepen en wat hen bezighield.
Want ook al is het niet mogelijk om Gods bestaan waterdicht aan te tonen langs intellectuele weg, het is wel goed mogelijk om Zijn bestaan plausibel te maken. Het bestaan van God is bijvoorbeeld nog altijd de eenvoudigste verklaring voor de onuitroeibaarheid van religies. Alle andere verklaringen hebben daarbij vergeleken iets gekunstelds. Om te geloven hoef je dus zeker niet je verstand uit te schakelen.
Maar om God te vinden heb je meer nodig dan de natuurwetenschap, de geschiedwetenschap, de godsdienstwetenschap of de filosofie. In werkelijkheid lopen namelijk de sporen van Gods handelende aanwezigheid en de gevolgen van onze zonden door elkaar heen. Daarom zien we naast een menselijk lichaam waarin alles op indrukwekkende wijze op elkaar ingrijpt ook de afbraak en de ziekten zich manifesteren. Die laatste zijn niet het gevolg van ‘ontwerpfouten’, maar van de zonde.
Bijbel
Alleen bij het licht van Gods Woord leren we zien hoe Zijn handelen en de gevolgen van de zonde door elkaar lopen. Gods Woord fungeert als een bril met polariserende glazen die de twee haaks op elkaar staande golfbewegingen van het licht uit elkaar haalt.
Bovendien zien we in de Bijbel veel meer van God dan in de verschillende wetenschappen. Met die wetenschappen kunnen we op zijn hoogst plausibel maken dat er een hoogste wezen bestaat, maar we krijgen van God niet te zien dat Hij een genadig en goedertieren God is. Zo krijgen we Hem alleen te zien op de weg van het Woord. Dat Woord mogen we elk voor onszelf lezen en bestuderen, maar het mag ook opklinken in de gemeente, in de erediensten en in de belijdenisgeschriften.
Het is overigens de vraag of verstandelijk ingestelde Godzoekers altijd evenveel gespreksmogelijkheden in de kerk hebben. Ik denk daarbij vooral aan christelijke studenten, die vaak geconfronteerd worden met de opmerking dat het christelijk geloof en wetenschapper-zijn onverenigbaar zijn. Zelfs studenten die God al in hun jeugd gevonden hadden, worden daardoor soms weer opnieuw zoekers.
Ik mag met mijn collega’s veel studenten helpen door middel van de colleges christelijke filosofie (reformatorische wijsbegeerte). Het boekje ”God vinden” is geschreven in de hoop dat zij er een gesprekspartner aan hebben, die met hen als Emmaüsgangers een eindweegs meeloopt op de weg op zoek naar God en hen uiteindelijk leidt op de weg van het Woord, de weg waarlangs God daadwerkelijk te vinden is.
Kortom, we worden geroepen om studenten en anderen die langs intellectuele wegen God zoeken te helpen om Hem te vinden door met hen het gesprek aan te gaan. Daarbij mogen we erop wijzen dat de bestudering van de natuurlijke fenomenen, van de geschiedenis, van godsdiensten en het gebruik van de logica er op die zoektocht wel toe doen, maar niet toereikend zijn om God werkelijk te leren kennen zoals Hij is. Daartoe is de weg van het Woord onmisbaar. Zonder dat Woord als wegwijzer verdwalen we op die andere wegen.
De auteur is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de TU Delft. Woensdag verschijnt zijn boek “God vinden”, een handreiking voor gesprekken met verschillende soorten zoekers.