Buitenland

Signalen samenwerking Syrië met ontwerper atoombom

WASHINGTON – Het Syrische regime heeft mogelijk samengewerkt met A. Q. Khan, de ontwerper van de Pakistaanse atoombom, om zo kernwapens te kunnen fabriceren. Dat maakten de Verenigde Naties onlangs bekend.

Buitenlandredactie
8 November 2011 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 17:33
Foto EPA
Foto EPA

Onderzoekers van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) van de VN ontdekten onlangs een voorheen onbekend complex dat tot in detail overeenkomt met het ontwerp voor een uraniumverrijkingsinstallatie die in Libië werd gebouwd toen toenmalig leider Muammar Gaddafi met hulp van Khan kernwapens probeerde te maken.

De VN-onderzoekers hebben daarnaast correspondentie uit 1998 in handen gekregen tussen Khan en Muhidin Issa, voormalig onderminister van Onderwijs. Issa stelt daarin voor om op wetenschappelijk gebied samen te werken en geeft aan de laboratoria van Khan te willen bezoeken. President Bashar al-Assad heeft in 2007 het bestaan van de brieven bevestigd, maar gesteld dat er nooit een ont­moeting met Khan is geweest.

In 2004 bekende de atoom­geleerde Khan op televisie dat hij gevoelige technologie had verkocht aan Iran, Noord-Korea en Libië. Hij sprak niet over Syrië. Later zei hij dat de Pakistaanse regering hem had gedwongen de bekentenis af te leggen.

Het complex, in de stad Al-Hasakah, lijkt nu een katoen­weverij te zijn en de onderzoekers hebben geen tekenen gevonden dat het ooit is gebruikt voor de productie van kernwapens. Maar gezien het feit dat Israëlische gevechtsvliegtuigen in 2007 een reactor voor de productie van plutonium verwoestten, lijkt het er –gezien de overeenkomsten in het ontwerp– op dat Syrië twee wegen bewandelde om een atoombom te fabriceren: met uranium en met plutonium.

Het Syrische regime wilde niet op het onderzoek reageren. Damascus heeft herhaalde malen ontkend dat het kernwapens wil ontwikkelen, maar heeft onderzoek naar de plek die Israël bombardeerde steeds gedwarsboomd. Vermoed wordt dat Syrië nooit erg dicht bij de ontwikkeling van een kernbom is geweest en er zijn ook geen aanwijzingen dat Damascus momenteel een geheim kernprogramma heeft. Als het complex in Al-Hasakah inderdaad bedoeld was voor de productie van uranium, dan lijken deze plannen terzijde te zijn geschoven. Aan de route via plutonium kwam door het Israëlische bombardement een einde.

Volgens deskundige Mark Hibbs, die met medewerkers van het IAEA over Al-Hasakah heeft gesproken, is het belangrijk om meer te weten te komen over de gebouwen. „Mensen willen weten wat ze van plan waren daar te doen, en Syrië verschaft geen informatie.” Damascus heeft redenen om een kernwapen te willen. Het land voert decennialang een koude oorlog met Israël, dat naar alle waarschijnlijkheid een groot kernwapenarsenaal heeft.

De Syrische regering weigerde vorige week opnieuw inspecties van het IAEA. Volgens regeringsmedewerkers volgt er spoedig bewijs dat de plek niets met kernenergie van doen heeft. Het IAEA blijft sceptisch omdat onduidelijk is wat het bewijs is en wanneer het wordt geleverd.

Damascus beschuldigde de Verenigde Staten er maandag ondertussen van achter de „bloedige gebeurtenissen” in het land te zitten. Syrië heeft dat in een brief aan de Arabische Liga geschreven. Dat maakte de organisatie in Caïro maandag bekend.

In het schrijven beschuldigt minister Al-Mualem van Buitenlandse Zaken Washington van „betrokkenheid bij de bloedige gebeurtenissen in Syrië.” Hij vraagt de Arabische Liga alles in het werk te stellen om een eind te maken aan de vermeende Amerikaanse betrokkenheid. In de brief wordt niet verder ingegaan op de beschuldiging.

Syrië ging vorige week akkoord met een voorstel van de Arabische Liga dat een eind moet maken aan de protesten waarbij volgens de Verenigde Naties zeker 3000 Syriërs zijn omgekomen. Volgens het plan moet Syrië direct stoppen om geweld te gebruiken tegen betogers. Maar sinds het bewind van president Bashar al-Assad liet weten in te stemmen met het voorstel zijn er nog tientallen doden gevallen bij protesten.

Volgens persbureau AP bestormden Syrische troepen maandag een wijk in de stad Homs waar veel tegenstanders van het regime van president Bashar al-Assad worden vermoed. De militairen trapten huis aan huis deuren in om arrestaties te verrichten. Het gaat om de wijk Baba Amr.

In en rond Homs zijn volgens activisten sinds zondag zeker achttien doden gevallen. Op diverse plaatsen in de stad klonken maandag zware explosies.

De overkoepelende Syrische Nationale Raad heeft Homs tot „rampgebied” verklaard en om internationale bescherming voor burgers gevraagd. Arabische en internationale waar­nemers zouden ter plaatse moeten toezien op de situatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer