Commentaar: Zorg gáát veranderen
Deze week behandelt de Tweede Kamer de belangrijkste departementale begroting, namelijk die van Volksgezondheid. Nu ja, de belangrijkste? In elk geval gaat op dit beleidsterrein het meeste overheidsgeld om, te weten een slordige 67 miljard euro.
Daarbij komt het verontrustende feit dat de kosten in de zorg jaar na jaar sterk stijgen en dat er in Nederland niemand lijkt te zijn die daarop een effectief antwoord heeft.
Patiënten zijn, om te beginnen, steeds veeleisender. Zij willen hoe dan ook de beste behandeling en de beste arts en zijn steeds beter op de hoogte van het bestaan van allerlei behandelmogelijkheden. Dat leidt tot groei van de zorgomvang.
Artsen zijn, gelukkig, primair gericht op het genezen van patiënten. Dat neemt niet weg dat er in ons zorgstelsel ook perverse financiële prikkels zitten die doktoren aanzetten tot het verrichten van zo veel mogelijk medische handelingen.
Maar verzekeraars dan? Die hebben toch wel belang bij het beperken van de kosten? In principe wel. Toch zien we ook daar, als gevolg van de onderlinge concurrentie, ontwikkelingen die het volume van de zorg vergroten. Zo probeert men met allerlei voordeeltjes, zoals vergoeding voor homeopathie of acupunctuur in de aanvullende verzekering, klanten te lokken.
Het sluitstuk van de zorgkolom wordt gevormd door de politiek. Maar ook daar is het tegenwicht tegen de uitdijende zorg klein. Omdat kiezers niet gediend zijn van snijden in de zorg, zijn politici er eveneens huiverig voor. Bovendien vinden velen van hen de thematiek ingewikkeld. Tekenend voor de situatie is dat de Algemene Rekenkamer recent concludeerde dat de minister van VWS nauwelijks inzicht heeft in het wat, hoe en waarom van de kostenstijgingen in de zorg.
Dat alles neemt niet weg dat er iets móét gebeuren. De wal gaat hoe dan ook het schip keren. De onheilspellende voorzegging in de laatste Miljoenennota dat de uitgaven in de zorg tussen nu en 2040 zullen verdubbelen (van 20 procent van de rijksbegroting naar 40 procent), dwingt de politiek tot ingrijpen. Dat dit nu nog niet gebeurt, bewijst slechts dat het urgentiegevoel nog net niet sterk genoeg is.
Welke kant het precies op gaat, valt moeilijk te voorspellen. SCP-directeur Schnabel schetste zaterdag in de Volkskrant enkele mogelijkheden. Of dat nu via een veel hoger eigen risico moet of niet, een deel van de zorgkosten zal onvermijdelijk moeten verschuiven naar de privésfeer, betoogde Schnabel. Verder zullen in zijn ogen ouderen, zolang hun kinderen niet bereid zijn hen in huis te nemen, meer moeten gaan betalen voor hun zorg. Het zou er wel eens op uit kunnen draaien dat ze hun eigen huis aan een bank of pensioenfonds zullen moeten verkopen, om zo hun eigen zorg te kunnen financieren.
Ingrijpende voorstellen en scenario’s? Zeker. Maar burgers en politiek doen er goed aan toch na te gaan denken over deze en andere oplossingen.
Want er moet straks iets gebeuren. En er zal ook iets gebeuren. De ontwikkelingen rond de pensioenen laten zien dat zaken die tot voor kort onaantastbaar leken, op zeker moment toch gaan schuiven. Onder druk wordt álles vloeibaar.