NAVO hoopt op grotere bijdrage in Afghanistan
DEN HAAG (ANP) – De NAVO hoopt dat Nederland meer kan gaan bijdragen aan de missie in Afghanistan. Dat zei de hoogste militair van de alliantie, admiraal Giampaolo Di Paola, woensdag tegen het actualiteitenprogramma EenVandaag.
De admiraal zei dat het de voorkeur heeft als Nederland het takenpakket uitbreidt. Dat kan volgens Di Paola door andere typen agenten of zelfs militairen te trainen in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz, maar ook door in andere gebieden actief te worden. „Maar de keuze is aan Nederland: uiteindelijk weet Nederland wat het kan bijdragen”, voegde hij daaraan toe.
Defensie bekijkt al of de Nederlandse trainers extra taken kunnen gaan uitvoeren zonder daarbij de voorwaarden die de Tweede Kamer heeft gesteld, te schenden. Er is afgesproken dat alleen civiele politieagenten door de Nederlanders mogen worden opgeleid. Die agenten mogen niet betrokken raken bij gevechten.
Voor de basistrainers in Kunduz is echter te weinig werk. Daarom besloot Defensie recent om geen 20, maar 10 basistrainers naar Afghanistan te sturen. De trainers die de vervolgtrainingen geven, hebben hun handen wel vol. Zij werken voornamelijk buiten het klaslokaal op de lokale politiestations. Voor hen is de komende tijd ook nog meer dan genoeg te doen volgens Defensie.
Om toch het maximale aantal basistrainers aan het werk te krijgen, is geopperd om hen de grenspolitie te laten opleiden. Ook is er gesproken over lesgeven aan onderofficieren van de Afghaanse politie. Daarnaast zou Nederland een rol kunnen spelen bij het opleiden van Afghaanse trainers, die op hun beurt weer agenten gaan trainen. Tenslotte kunnen mogelijk rekruten uit andere gebieden in Kunduz worden getraind.