Binnenland

Piloot F-16: Gaddafi was bang voor ons

LEEUWARDEN (ANP) – Nederlandse piloten voerden vanaf de Italiaanse basis Decimomannu op Sardinië 591 missies uit boven Libië. Begin deze week werd de NAVO-operatie Unified Protector beëindigd. Woensdag kwamen de zes ingezette F-16’s terug naar Nederland, drie in Volkel en drie in Leeuwarden. Vijf vragen aan majoor Arnold, één van de piloten van de luchtbasis Leeuwarden.

2 November 2011 15:45Gewijzigd op 14 November 2020 17:27
F-16 piloot Arnold wordt welkom geheten door luitenant kolonel Van Deventer op de luchtmachtbasis Leeuwarden.  Foto ANP
F-16 piloot Arnold wordt welkom geheten door luitenant kolonel Van Deventer op de luchtmachtbasis Leeuwarden. Foto ANP

U heeft de eerste missie in maart/april boven Libië gevlogen en de laatste missie. Was er verschil?

„Het verschil was groot. In de eerste tijd werd er veel meer gevochten, er was veel meer strijd. Op het laatst waren de gevechten vooral lokaal. We vlogen veel missies boven de stad Misrata. Die lag in het begin zwaar onder vuur. We zagen de gevechten, de vluchtelingenkampen, brandende gebouwen, granaatinslagen, de vuurmonden van de artillerie. De laatste keren dat we over vlogen was het weer een levendige stad, met de straatverlichting aan.”

Wat konden jullie op zulke momenten doen?

„Niets. Behalve rapporteren wat er gaande was. Je kunt niet zo maar een bom op een stad gooien. Dat stond het mandaat niet toe.”

Heeft u zich in de lucht bedreigd gevoeld?

„Nee, niet echt. Alle raketsystemen die grotere hoogtes kunnen bereiken, waren met kruisraketten uitgeschakeld. Daar hoefden we niet bang voor te zijn. De normale luchtafweer haalt niet de hoogte waarop wij vlogen. De grootste dreiging was eigenlijk dat de motor van de F-16 zou uitvallen. Het toestel heeft maar één motor. Als dat gebeurt, dan heb je een probleem.”

Heeft u onderscheppingen uitgevoerd?

„Meerdere keren. Doorgaans waren het verkeersvliegtuigen die zich niet aan de regels hielden. En soms verscheen opeens een helikopter op de radarschermen. Dan moesten we eropaf. Verder hebben we veel verkenningsvluchten gemaakt, informatie verzameld en ervoor gezorgd dat vijandelijke toestellen niet opstegen. Kennelijk hebben we indruk gemaakt. De Kaddafigetrouwen waren bang voor ons. Vanaf het moment dat de NAVO er was, zijn de bombardementen op de bevolking gestopt. Niet dat wij het verschil hebben gemaakt. We waren een onderdeel van de NAVO-operatie en die is geslaagd.”

U heeft ook boven Afghanistan gevlogen. Was dat anders dan Libië?

„Ik ben vijf keer in Afghanistan geweest. Het was een heel ander soort missie. In Afghanistan waren we vooral ter ondersteuning van de grondtroepen. Er was geen dreiging vanuit de lucht. In Libië was dat anders. Daar waren geen troepen aan de grond, maar moesten we de no-fly zone bewaken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer