Ov-chipkaart is kinderziektes nog niet te boven
Vanaf donderdag is het afgelopen: dan kan de strippenkaart bij het oud papier. Maar het alternatief, de OV-chipkaart, is na jaren van geleidelijk invoeren de kinderziektes nog altijd niet te boven.
Het idee is even eenvoudig als briljant: één pasje waarmee je zowel in de trein als in de bus, de tram en de metro kunt reizen. Niks geen gezeur met strippenkaarten en stempelautomaten. Snel en simpel, zo hoort reizen anno 2011 te zijn.
En het moet gezegd: zo is het ook. Soms althans. Voor wie standaard op het nippertje de trein haalt, is de OV-chipkaart een uitkomst. Kaartje kopen en je verbijten omdat er nog twee wachtenden voor je zijn, terwijl degene die aan de beurt is minutenlang zit te prutsen met zijn pinpas?
Welnee, dat is iets van vroeger. In het voorbijgaan haal je even je portemonnee langs een van de paaltjes –de pas eruit halen is niet eens nodig– en het apparaat bliept tevreden. Inchecken gelukt. „Goede reis”, licht de display nog op. Maar dat je zie je allang niet meer. Je zit al in de trein. Weer gehaald.
Bij aankomst herhaalt het ritueel zich. Even met je portefeuille langs een NS-paaltje vegen en je kunt door. Hoewel, ditmaal is het interessanter om de boodschap op de display te lezen. Die vertelt –als het goed is– precies hoeveel er van je tegoed is afgeschreven. Dat neem je voor kennisgeving aan en je vervolgt je weg.
Maar zo simpel gaat het niet altijd. Je kunt bijvoorbeeld makkelijk vergeten uit te checken. Of je chipkaart wordt gehackt. Of het tarief wordt dubbel afgeschreven als je je pas te lang tegen de lezer houdt. Of het uitchecken mislukt, waardoor je het maximale tarief betaalt. Of je kortingsabonnement werkt niet omdat het niet herkend wordt door het systeem. Of je moet voor een reis vijf keer in- en uitchecken omdat je met verschillende vervoerders reist.
De lijst is niet moeilijk uit te breiden. Dat is ook gedaan, onder meer door GroenLinks, die landelijk klachten inventariseerde naar aanleiding van invoering van de chipkaart in de regio Rotterdam. In die regio werd de strippenkaart het eerst afgeschaft. De partij startte toen de site ov-chipklacht.nl: „De makkelijkste manier van klagen over het openbaar vervoer.” En geklaagd werd er. Duizenden ontevreden reizigers spuwden hun gram, over de meest uiteenlopende aspecten van het reizen met een chip.
Ook reizigersvereniging Rover wordt nog altijd overspoeld met klachten. De meest voorkomende problemen op dit moment zijn dat reizigers vergeten uit te checken en dat er defecten zijn aan de apparatuur. „Die eerste fout is natuurlijk menselijk, maar het komt nog heel veel voor”, zegt woordvoerder Chris Vonk van Rover. „Zo’n verandering kost de meeste mensen nu eenmaal een periode van gewenning.”
Wie vergeet uit te checken, betaalt het volledige instaptarief. Dat is een soort waarborg waar na het uitchecken de eigenlijke kosten van afgehaald worden. De hoogte van dat tarief is 4 euro voor bus, tram en metro en 20 euro voor de trein – of 10 euro voor wie een persoonlijke chipkaart heeft. De gedupeerde kan „in de meeste gevallen” zijn geld wel terugkrijgen, „maar daar moet je vaak wel een hoop handelingen voor verrichten. Bovendien verschilt het per maatschappij wat je moet doen. Soms moet je een formulier meenemen, soms moet je een e-mail sturen. Er zijn verschillende aanbieders, die het allemaal op hun eigen manier willen doen. Dat gaat dus niet goed.”
Wat Rover betreft gaan de vervoersbedrijven –13 in totaal, waarvan 5 ook op het spoor actief zijn– daar onmiddellijk keihard aan werken. „Bij de spoorwegen is het een crime dat ik op station Arnhem moet uitchecken bij de NS en moet inchecken bij een andere vervoerder op de rails, bijvoorbeeld Veolia. Dat is het grote knelpunt hier in Nederland; dat al die vervoersbedrijven zich met het systeem willen bemoeien. Inchecken, uitchecken, weer inchecken, weer uitchecken. Op die manier krijgen ze hun centjes, maar voor de reiziger is het bijzonder onhandig.”
En zeker zo belangrijk: soms maakt die onhandigheid reizen ook duurder. Bijvoorbeeld omdat iedere vervoerder opnieuw een basistarief van 79 cent berekent, nog los van de werkelijk gemaakte kilometers. Daardoor is een treinreis op de oude manier, met één kaartje voor de hele rit, soms goedkoper dan een reis met de OV-chipkaart. Of een reis zónder korting wordt goedkoper dan een reis die voor een deel mét korting gemaakt had kunnen worden.
Woordvoerder Eric Trinthamer van de NS erkent die nadelen, maar hij heeft goed nieuws: het dubbele basistarief moet uiterlijk eind volgend jaar verdwenen zijn. „Daar mag de klant simpelweg geen last van hebben, dat moeten wij als spoorvervoerders met elkaar regelen.”
En al die keren in- en uitchecken? „Dat ligt technisch gecompliceerder, mede doordat de chipkaart bij verschillende vervoerders op verschillende momenten is ingevoerd. Het kan wel opgelost worden, maar dat duurt nog twee tot drie jaar.”
Dat is ook de verwachting van Chris Vonk van Rover. Er is weliswaar sinds vorig jaar een speciale commissie die de problemen met de chipkaart voortvarender aanpakt –de commissie-Meijdam–, maar ook die kan geen ijzer met handen breken.
Nog een paar jaar geduld dus. En tot die tijd? Vonk kan er niets beters van maken: „Tot die tijd blijft het nog een beetje aanmodderen.”
Reizen kan op drie verschillende kaarten
De OV-chipkaart is sinds afgelopen voorjaar overal in Nederland te gebruiken. In veel regio’s kan intussen niet eens meer anders worden gereisd met bus, tram en metro. Ook in de laatste zes regio’s waar de strippenkaart nog naast de chipkaart wordt gehanteerd –waaronder de provincies Noord-Brabant, Utrecht, Groningen en Drenthe– valt nu het doek voor de papieren stempelkaart. Vanaf donderdag geldt ook daar dat voor een reis met bus, tram of metro een chipkaart nodig is. Voor een treinreis is het nog wel mogelijk om met een papieren kaartje te reizen, waarschijnlijk nog tot eind volgend jaar. Dan vervalt ook bij de NS het treinkaartje en kan er zonder chip niet meer met het openbaar vervoer gereisd worden.
Reizen kan met drie verschillende soorten chipkaarten, waarvan twee soorten te krijgen zijn bij stations en, net als de strippenkaart, bij veel tabakszaken en (kantoor)boekhandels.
lDe persoonlijke OV-chipkaart. Die heeft de meeste functies. Er kunnen abonnementen en kortingen op gezet worden. Ook is het mogelijk om het saldo automatisch te laten aanvullen. De aanschaf van de kaart kost € 7,50 (nog zonder reissaldo), maar vervoerders mogen daar van afwijken. De kaart moet van te voren aangevraagd worden bij een ov-bedrijf en is vijf jaar geldig.
lDe anonieme OV-chipkaart. De kaart is vier tot vijf jaar bruikbaar en niet te herleiden tot persoonlijke gegevens, maar kan geen abonnement bevatten. Ook deze kaart kost € 7,50. Hij is onder meer te verkrijgen bij de balie van een ov-bedrijf, bij een automaat op het station of bij kiosken en tabakszaken.
lDe wegwerpchipkaart. Deze kartonnen variant is gratis in de aanschaf. Hij is bedoeld voor eenmalig of zeer tijdelijk gebruik. Er kan bijvoorbeeld niet opnieuw saldo op de kaart worden geladen. Ook bij deze kaart is het niet mogelijk om gebruik te maken van kortingsabonnementen. De kaart is onder meer bij een automaat op het station verkrijgbaar of in de bus of tram.