Systeem zorgt voor semi-automatisch parkeren auto
Fileparkeren blijft voor velen een lastige klus. Zeker als het druk is en er tal van ogen zijn gericht op de toch al zenuwachtige bestuurder. Met een semiautomatisch inparkeersysteem in de auto is dat verleden tijd. Een druk op de knop en het voertuig zoekt zelf een plekje en stuurt automatisch in. Strakker kan niet.
Rijen auto’s staan langs de kant van de weg. Waar is dat ene gaatje om deze Volkswagen Cross Touran neer te zetten? Ja, even verderop is een mogelijkheid. Wel krap, maar met het aanwezige Park Assist 2.0 moet het kunnen. Na het indrukken van een knop er verschijnt op het display tussen de snelheidsmeter en de toerenteller een symbool van een auto met daarnaast drie grijze vakken.
Nu is het zaak om langs de beoogde parkeerplek te rijden totdat het middelste grijze vakje zwart wordt. Stilstaan, de achteruitversnelling inschakelen, stuur loslaten en de rem voorzichtig op laten komen. En ziedaar: de auto stuurt automatisch in. Uiteraard is voorzichtigheid geboden, want de auto remt niet zelf. Wel is via het display prima te volgen wat de bestuurder precies moet doen.
Inparkeren doet de Park Assist 2.0 zo strak dat er minder dan een halve meter aan de voor- en achterkant over blijft. Dat doet een gemiddelde bestuurder het systeem niet na.
Nee, semiautomatische inparkeersystemen zijn niet nieuw. Toyota lanceerde in 2003 als eerste fabrikant een systeem dat achteruit fileparkeren tot een eitje maakte. Na die tijd kwamen steeds meer fabrikanten met een soortgelijke oplossing. Zo ook Volkswagen. De autobouwer uit het Duitse Wolfsburg ontwikkelde Park Assist. Zijn opvolger heet, hoe verrassend, Park Assist 2.0. Was het eerst alleen mogelijk om file te parkeren, nu is parkeren in vakken die haaks op de weg staan ook geen probleem meer.
Een rondje om de Cross Touran leert dat er twaalf sensoren zijn aangebracht. Het gaat om dezelfde exemplaren als bij het aloude akoestische systeem, waarbij parkeren gepaard gaat met piepjes in het interieur van de auto.
Twee sensoren aan de zijkant van zowel de voor- als de achterbumper spelen een belangrijke rol. De ultrasone signalen –geluiden die onhoorbaar zijn voor het menselijk gehoor– die de sensoren uitstoten, vormen een beeld van de obstakels die eventueel aanwezig zijn. Werden deze gegevens bij het akoestische systeem alleen gebruikt voor geluid, nu gaan de data naar een computer. Die houdt contact met de stuurinrichting, de versnellingsbak, richtingaanwijzers en zelfs met de achteras.
Onder de 50 kilometer per uur is het systeem stand-by. Dit betekent dat de computer elke vrije plek aan de rechterkant van de auto onthoudt binnen een afstand van 10 meter van de auto. Als bestuurder moet je dus binnen die afstand stilstaan om gebruik te kunnen maken van Park Assist voor die bewuste plek.
Overigens geldt deze service alleen bij plaatsen die zich in de lengterichting langs de rijbaan bevinden. Bij haaks parkeren geldt een maximale snelheid van 20 kilometer per uur. Standaard speuren de sensoren tot een diepte van 4,5 meter de rechterkant van de rijbaan af, maar met het knipperlicht naar links worden lege plaatsen aan de linkerkant van de weg gezocht.
Haaks inparkeren is een nieuwe optie. Eens kijken of die werkt. Voor de zekerheid eerst maar een dubbele plek uitzoeken, zodat er ruimte genoeg is. Een zwart vakje wordt zichtbaar, dus het inparkeren kan beginnen. Toch klopt er iets niet, want het vakje staat in fileparkeerstand. De Touran dreigt overdwars tussen de auto’s te belanden.
Dan is helder waar het misgaat. Eén druk op de knop betekent fileparkeren. Een tweede druk brengt het haakse parkeren in beeld. Nu draait de Touran keurig achteruit het parkeervak in. Halverwege geeft het display aan dat de bestuurder de auto weer in vooruit moet zetten, waarna het systeem de auto recht voor de parkeerplek zet. Opnieuw krijgt de bestuurder een signaal; zet de auto in R. Een paar tellen later staat de Touran perfect op zijn plek.
Volkswagen heeft met Park Assist 2.0 de minimale lengte van de parkeerplaats vastgesteld op 80 centimeter plus de lengte van de auto. Dat betekent in het krapste geval niet meer dan 40 centimeter speling aan voor- en achterkant van de auto. In de praktijk is dat zo krap dat er de eerste paar keer een flinke dosis vertrouwen in de techniek nodig is. Toch blijkt steeds weer: als het systeem aangeeft dat het kan, kan het ook echt.
Parkeren met twee of zelfs met vier wielen op de stoep, tussen bomen, struiken, motorfietsen of andere obstakels; het zou allemaal moeten kunnen. Zelfs parkeren in een bocht is volgens Volkswagen mogelijk.
Niet alleen voor het inparkeren zijn de parkeersystemen handig. Ze helpen ook om de auto heelhuids van een plek af te krijgen. Het kan zomaar gebeuren dat andere bestuurders hun voertuig iets te dicht op de geparkeerde auto hebben gezet, zodat er aan weerszijde nog maar 20 centimeter over is. Kom daar maar eens uit.
Geen nood, aldus Volkswagen; Park Assist helpt. Zolang de sensoren zien dat de auto nog niet ‘vrij’ is, blijft het systeem controle houden over de auto. Dat wil zeggen: de bestuurder hanteert alleen de rem en de versnellingsbak, Park Assist doet de rest. Als na veel steken en draaien de auto eindelijk vrij is, krijgt de bestuurder het signaal om de volledige controle weer over te nemen.
Het nadeel van de ultrasonische sensoren is de relatief lage snelheid van het geluid dat uitgestoten wordt. Dit betekent dat het systeem in de praktijk soms een plekje overslaat als je er toch iets te hard langs rijdt of als er toevallig een fietser passeert. Ook regen kan de sensoren voor de gek houden.
Maar wie moet kiezen tussen zelf parkeren en het laten doen, doet er goed aan om voor het laatste te kiezen.
Park Assist heeft een plek gedetecteerd. Bestuurder zet versnellingsbak in R en laat rem iets opkomen.
Sensor ziet obstakel en geeft geluidssignaal. Bestuurder zet auto in vooruit.
Systeem zet auto recht voor het vak. Bestuurder zet auto weer in R en remt wanneer nodig.
Auto staat geparkeerd zonder dat bestuurder stuur heeft aangeraakt.