Mensenrechtenactivisten noemen de definitie van terrorisme zoals die in de verordening staat, „oppervlakkig.” Zij denken dat de nieuwe wet de politie de bevoegdheid geeft mensen voor drie maanden gevangen te zetten zonder dat daar een rechter aan te pas is gekomen. Zelfs journalisten zouden opgepakt kunnen worden als zij nalaten de politie informatie te verstrekken.

De hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties, Mary Robinson, heeft er inmiddels bij de regering op aangedrongen voorzichtig te zijn met het overwegen van een wet die inbreuk zou kunnen maken op de rechten van minderheden.

„Dit is geen manier om tegen het terrorisme te strijden”, heeft ze laten weten. „Want strijd tegen terrorisme moet ook de bescherming van minderheden en van de rechten van migranten inhouden.”

Volgens Joseph Ipe, de secretaris generaal van de Raad van Kerken van India, noemt de voorgestelde verordening zo’n 25 terroristische groepen. Daaronder zijn diverse moslimgroepen en etnische groeperingen met een christelijke achtergrond in het noordoosten van India. Er staan echter geen hindoegroeperingen op de lijst.

De coalitieregering probeert momenteel instemming van het parlement te krijgen voor de nieuwe maatregelen. Zonder zo’n parlementaire goedkeuring verloopt de ordinantie na zes maanden weer.

De tegenstanders hebben steun gekregen van de nationale mensenrechtencommissie. Die omschreef de verordening als een „draconisch stuk wetgeving.”

Bovendien vindt de commissie de verordening onnodig.