In het hele land werden zoals elk jaar op 28 oktober militaire parades gehouden, om te herdenken dat Griekenland op die dag in 1940 bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte. Ook elders poogden demonstranten parades te verstoren, maar alleen die in Thessaloniki werd afgebroken.

De demonstraties waren gericht tegen de bezuinigingen die Griekenland moet uitvoeren om een faillissement te voorkomen. In Thessaloniki werd president Karolos Papoulias voor verrader uitgemaakt en werden gepensioneerde officieren bespuugd. De demonstranten blokkeerden de route van de parade, die daardoor tot stilstand kwam.

Na ongeveer een halfuur te hebben gewacht, vertrok Papoulias, na eerst te zijn uitgevaren tegen de demonstranten. „Toen ik vijftien was vocht ik tegen het nazisme en de Duitse bezetters. Wie noemen ze een verrader? Ze moeten zich schamen”, zei de 82-jarige president, die zich in 1944 aansloot bij het Griekse verzet. Hij zei ook dat de demonstranten slechts een minderheid van de bevolking vertegenwoordigen en dat de meerderheid de bezuinigingen accepteert.

In Athene droegen demonstranten een spandoek met zich mee met de tekst ”Merkel Hitler”.