Minister Ivo Opstelten van Veiligheid onderzoekt nog met zijn collega van Volksgezondheid welke informatie hoe moet worden overlegd, maar er komt een ’uitgebreide en actieve informatieplicht’ voor de aanvrager. Dat komt overeen met de voorstellen van de Onderzoeksraad.

Opstelten heeft op zijn ministerie inmiddels een projectorganisatie aan het werk gezet om de zaken nader uit te werken. Hij wil ook dat schietverenigingen een sterke verantwoordelijkheid krijgen. Hij denkt aan „kwalitatief hoogwaardige schietverenigingen die aantoonbaar de persoonlijke situatie van de verlofhouder kennen en waar nodig handelend optreden.” Het lidmaatschap van zo’n club is ook een vereiste voor wie een wapen wil.

Met een ’strengere controle aan de poort’ wil Opstelten de toegang tot de schietsport strenger hebben. Zo moet ook duidelijk de vraag een rol spelen waarom iemand nou zo graag een schietwapen wil. En in de toestemming voor wapens moet onderscheid naar type en gebruiker worden gemaakt. Beginners en jongeren komen niet in aanmerking voor alle pistolen en geweren.

De politie zal haar taken (vergunningen geven, regels handhaven en toezicht houden) meer handen en voeten moeten kunnen geven door de beschikking over een breed informatiepakket. Het ministerie van Volksgezondheid gaat onderzoeken wanneer en onder welke omstandigheden het mogelijk zou kunnen zijn om het beroepsgeheim van medici te doorbreken. Dit mede in vervolg op de schietpartij in Alphen. Dader Tristan van der V. werd behandeld wegens schizofrenie.