Ross: Euthanasie iets anders dan versterven
Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid vindt dat er zowel medisch als juridisch onderscheid is tussen euthanasie en versterving. Daarmee neemt de bewindsvrouw afstand van de opvattingen van de voorzitter van het college van procureurs-generaal van het openbaar ministerie.
In antwoord op vragen van het PvdA-kamerlid Van Heteren schrijft Ross dat zij geen overleg heeft gehad met voorzitter J. de Wijkerslooth over diens artikel in het blad Opportuun. Daarin noemde de super-pg versterven juridisch gelijk aan euthanasie. Versterven behelst het verdoven van een patiënt en het niet meer toedienen van voedsel en vocht.
De Wijkerslooth meent verder dat het handelen van de arts in geval van terminale sedatie (het geven van een hoge dosering pijnstillers of kalmeringsmiddelen) op dezelfde manier moet worden gecontroleerd als bij euthanasie. De staatssecretaris is het daarmee niet eens. Ze heeft het wel over „gevoelige problematiek, waarbij in ieder geval grote zorgvuldigheid dient te worden betracht.”
Terminale sedatie en versterving worden in de publicaties naar aanleiding van de uitspraken van de voorzitter door elkaar gehaald, dan wel op een geleide schaal geplaatst, stelt Ross. Ze belooft dat zij binnen enkele weken de Tweede Kamer haar standpunt over „kunstmatige toediening van vocht en voedsel” zal toezenden. Haar ideeën over terminale sedatie heeft ze al aan de Kamer meegedeeld.
SGP-kamerlid Van der Vlies vindt het terecht dat Ross de zaken niet over één kam scheert. „Versterven kan vorm krijgen op een manier dat het niet onder de noemer van euthanasie valt te brengen”, zegt hij. Hij toont zich verheugd met de notitie die Ross voorbereidt over versterving. „Het is goed om de zaak duidelijk af te bakenen. Dan kun je ook actief ingrijpen wanneer het in de buurt komt van euthanasie.”
Ook de ChristenUnie ziet uit naar de notitie, aldus een woordvoerder. Die laat weten blij te zijn met de signaalwerking die van het artikel van De Wijkerslooth is uitgegaan. „Maar we moeten het niet op één hoop gooien. Dit raakt aan het klassieke onderscheid tussen pijnbestrijding met een onbedoeld neveneffect en opzettelijk handelen.”