Onlusten in bakermat Arabische Lente
TUNIS (ANP/RTR) – De Tunesische regering heeft een uitgaansverbod uitgevaardigd in een stad waar hevige onlusten zijn uitgebroken. Ordehandhavers schoten vrijdag in de lucht toen een woedende menigte in de plaats Sidi Bouzid, 200 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Tunis, het gebouw van de provinciale overheid bestormde. Het uitgaansverbod geldt van 19.00 uur tot 05.00 uur.
Sidi Bouzid is de bakermat van de onlusten en omwentelingen die sinds half december vorig jaar in Arabische landen zijn geweest. Het regime van de Tunesische autocraat Zine al-Abidine Ben Ali viel in januari na hevige onlusten. Die begonnen 18 december in Sidi Bouzid, waar de werkloze Mohammed Bouazizi zich de voorafgaande dag uit protest in brand hand gestoken (hij overleed 4 januari op 26-jarige leeftijd). Na Ben Ali stortten ook de regimes van Hosni Mubarak in Egypte (11 februari) en Muammar Kaddafi in Libië (23 augustus) in. Dit wordt ook wel de Arabische lente genoemd.
Het Tunesische ministerie van Binnenlandse Zaken sprak vrijdag van gewelddadige betogers. Een van de voornaamste grieven van de betogers was dat een populaire zakenman van de verkiezingen was uitgesloten. Tunesië heeft afgelopen zondag in de eerste vrije verkiezingen sinds Ben Ali een grondwetgevende vergadering gekozen. Die moet behalve een grondwet opstellen ook een voorlopige regering vormen.
Van de 217 zetels won de partij die voor de politieke islam staat, Ennahda (Renaissance) er 90. Dit bleek vrijdag uit de officiële uitslagen. De leider van deze gematigde islamisten, Rachid Ghannouchi, heeft vrijdag tot kalmte gemaand en opnieuw het gematigde karakter van zijn politieke beweging beklemtoond. Hij zei dat hij niet gaat proberen de Tunesiërs te veranderen.
Ennahda heeft ook bezworen dat de rechtspositie die vrouwen genieten niet wordt aangetast. Partijsecretaris Hamadi Jbeli heeft vrijdag gezegd dat gesprekken zijn begonnen over de vorming van de voorlopige regering die de economie moet vlot trekken. In deze regering zullen vrouwen zitten, beloofde Ghannouchi.