Afspraken eurotop niets meer dan goed begin van strijd tegen crisis
De uitkomst van de eurotop is niets meer dan een goed begin van wat een lange en pijnlijke strijd tegen de crisis zal blijken te zijn, stelt Edin Mujagic.
Na een marathonzitting hebben de Europese leiders afgelopen nacht overeenstemming bereikt over hoe de eurocrisis daadkrachtig aan te pakken. Europese banken moeten 50 procent van hun schuld van Griekenland afschrijven en binnen een halfjaar zorgen dat ze meer vet op de botten krijgen door geld aan te trekken. Het noodfonds om de euro te redden is opgetrokken naar 1000 miljard euro.
Daarnaast blijft de Europese Centrale Bank (ECB) staatsobligaties van de zwakke eurolanden opkopen om te voorkomen dat de langetermijnrentes van die landen niet verder stijgen, iets wat cruciaal is in de strijd tegen de crisis. Italië heeft beloofd meer te doen om zijn financiën in orde te brengen.
Sinds het begin van de eurocrisis is het alleen maar erger geworden. Er is een uiterst negatieve vicieuze cirkel ontstaan: Europese banken dreigden om te vallen omdat staatsobligaties van de zwakke eurolanden die ze bezitten steeds minder waard werden. Door dat gevaar stegen de langetermijnrentes in grote eurolanden zoals Italië, Spanje en Frankrijk, omdat bij een nieuwe bankencrisis de overheden van die landen hun banken, net als in 2008, zouden moeten helpen.
Maar omdat die overheden zelf grote begrotingstekorten en schulden hebben, zou het op grote schaal ondersteunen van banken die landen in diepere problemen brengen. Dat gegeven zorgde ervoor dat de obligaties van die landen nog verder in waarde daalden, waardoor de kans op een nieuwe bankencrisis verder toenam et cetera.
De hamvraag is of met het akkoord van woensdagavond deze negatieve cirkel is doorbroken. De Europese banken lijden verliezen op hun bezittingen van Griekse staatsobligaties. Die klap is echter op te vangen als de crisis zich tot Griekenland beperkt. Met meer geld in het noodfonds en de ECB die staatsobligaties van de zwakke eurolanden zal blijven opkopen, ziet het ernaar uit dat in ieder geval de acute nood is weggenomen.
De Italiaanse en de Spaanse staatsobligaties zullen door al deze maatregelen voorlopig waarschijnlijk niet in waarde dalen. Daardoor zullen Europese banken niet in meer problemen komen en neemt dus ook de kans op een faillissement van Italië of Spanje af. De genoemde negatieve cirkel is daarmee voorlopig doorbroken.
Hoe lang er rust zal heersen op het crisisfront in de eurozone is echter uiterst onzeker. De Europese leiders zijn het eens geworden over hoofdlijnen. De details moeten de komende weken uitgewerkt worden. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het zijn namelijk die details, zoals tegen welke voorwaarden het noodfonds een land of bank in problemen zal helpen, die ertoe doen. Zij bepalen bij wie de rekening komt te liggen.
Een andere potentieel zwakke schakel is de Italiaanse belofte om het begrotingstekort en de staatsschuld sterker terug te dringen. Europa heeft ervaring met Italiaanse beloftes. Die ervaringen boezemen niet al te veel vertrouwen in. Keer op keer belooft Rome van alles en keer op keer gebeurt er of veel te weinig of zelfs helemaal niets.
Het derde zwakke punt betreft economische groei. Griekenland heeft het afgelopen jaar laten zien dat belastingverhogingen, bezuinigingen in overheidsuitgaven, verlagingen van pensioenen en lonen et cetera geen zoden aan de dijk zetten als de groei tegenvalt. Valt die namelijk lager uit dan geraamd, dan dalen de overheidsinkomsten harder dan verwacht, bijvoorbeeld doordat belastinginkomsten tegenvallen. Tegelijkertijd dalen de overheidsuitgaven veel minder omdat meer geld dan voorzien opgaat aan allerlei uitkeringen, zoals werkloosheidsuitkeringen. In Griekenland is dan ook zowel het begrotingstekort als de totale schuld het afgelopen jaar veel minder gedaald dan berekend was.
Daarom zal de eurozone pas ”crisis meester” kunnen roepen als de zwakke eurolanden maatregelen nemen die de groei op termijn opstuwen. Het goede nieuws is dat we weten hoe dat moet: de rol van de overheid terugdringen, de arbeidsmarkt flexibiliseren, voorwaarden scheppen die ondernemerschap stimuleren en de productiviteit verhogen, zoals beter onderwijs en meer investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
Het slechte nieuws is dat die maatregelen eerst veel geld kosten –geld dat er niet is– en pijn doen. Het duurt in de regel enige jaren voordat ze vruchten beginnen af te werpen. Het slechte nieuws is dat er woensdagavond op dit gebied niet veel meer afgesproken is dan dat Italië meer zijn best zal doen.
Om de crisis te overwinnen zullen veel geld, geduld, wil en tijd nodig zijn. Zorgwekkend is dat het geld snel opraakt. Ook het geduld bij de Europeanen om de zwakke landen te helpen, raakt op. Evenals het geduld in zwakke landen om genoemde hervormingen door te voeren. Voor de wil geldt hetzelfde; ondertussen dringt de tijd. De uitkomst van de EU-top woensdagnacht is daarmee niets meer dan een goed begin van wat een lange en pijnlijke strijd tegen de crisis zal zijn.
De auteur is als macro-econoom verbonden aan Tilburg University.