Kerk & religie

„Guido de Brès zong het lied van de hoop”

HOEVELAKEN – „Wees altijd bereid tot verantwoording 
aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is” (1 Petrus 3:15b). „Deze tekst schreef Guido de Brès boven zijn geloofsbelijdenis, als kroon op zijn werk.”

Van een medewerker
27 October 2011 12:01Gewijzigd op 14 November 2020 17:21
Prof. W. Verboom. Foto RD, Anton Dommerholt
Prof. W. Verboom. Foto RD, Anton Dommerholt

Dat zei prof. dr. W. Verboom, emeritus hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden, woensdag in zijn openingswoord op de najaarsvergadering van hervormd-
gereformeerde emeritus predikanten en predikantsweduwen, in Hoevelaken.

Volgens prof. Verboom heeft Guido de Brès het „lied van de hoop” leren zingen in een tijd van vervolging. „Heel zijn leven heeft hij moeten vluchten. Toen hij werd opgehangen, stierf hij zonder angst, als een hoopvol mens. Hij had de Heere Jezus Christus leren kennen. Hij was van Jezus.”

Hoop is volgens de emeritus hoogleraar niet een ervaring. „De hoop ligt vast in de opstanding van Christus. Dat is een werkelijkheid die in het hart leeft.”

Gedoogd

Petrus wilde met zijn brieven verstrooiden in het huidige Turkije bemoedigen en aansporen om vol te houden in het geloof. Als christenen werden ze eerst gedoogd en later vervolgd. Volgens prof. Verboom kozen ze als vervolgden niet voor een slachtofferrol, maar legden ze getuigenis af van de hoop die in hen was. „De vervolgden aan wie Petrus schrijft waren niet zielig. In hun ogen straalde het licht van de hoop. Ze waren van Christus.”

Prof. Verboom riep ertoe op om met Guido de Brès hoopvol in het leven staan, als in de houding van de zonnebloem. „Deze bloem is gericht op de zon. Zo mogen wij zien op de Zon, Jezus Christus.”

„De geloofsbelijdenis van De Brès is ook onze geloofsbelijdenis”, zei de emeritus hoogleraar. „Daarin is de hartklop van het geloof te horen. Teksten uit de Bijbel kunnen veel betekenis krijgen. Ze kunnen heel diep gaan. Guido de Brès, die 450 jaar geleden zijn geloofsbelijdenis schreef, zou dat beamen.”

Armenië

Ds. C. Blenk, hervormd emeritus predikant te Lienden, leidde verschillende kerkhistorische reizen. In het tweede deel van de vergadering deed hij in woord en beeld verslag van de reizen naar Armenië en Georgië en van de Augustinusreis naar Noord-Afrika in 2009 en 2010. Armenië is onder andere bekend vanwege de berg Ararat.

Volgens ds. Blenk zijn Armenië en Georgië de twee oudste christelijke landen ter wereld. „De kerk overleefde er drie soorten islam: de Arabische, de Turkse en de Perzische. Ook bleek ze bestand tegen de genocide door de Turken in 1915 en zeventig jaar communisme.”

Ds. Blenk vertelde christenen te hebben ontmoet met wie hij de „sensatie” van geloofsgemeenschap heeft ervaren. „Enerzijds is er sprake van 
vervreemding, maar ik ervaar ook onderliggende verbondenheid.”

Anders dan in Armenië en Georgië is het christendom in Noord-Afrika geheel verdwenen. De Arabische islam heeft het er voor het zeggen. Volgens ds. Blenk is er in Italië nog wel wat over van de grootste kerkvader Augustinus. In de Pietrokerk te Pavia zijn in de sacristie onder andere zijn Confessiones en De Civitate Dei in het Italiaans te koop.

In Tunis is Augustinus volgens ds. Blenk een vergeten kerk­vader. Zijn levenswerk als zielzorger en theoloog heeft hij in Annaba (Hippo Regius) verricht. In Annaba bevinden zich ruïnes van twee kerken: een rooms-katholieke kerk en een afgescheiden kerk.

Schreeuwen

Ds. Blenk vroeg zich af of Augustinus’ sterkte ook niet zijn zwakheid was. „Van de afgescheidenen, de donatisten in Noord-Afrika in de vierde eeuw, moest Augustinus niets hebben. Hun zingen noemde hij schreeuwen. Augustinus wilde er voor de gehele christenheid zijn. Daarin paste volgens hem geen Afrikaanse afscheiding.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer