De lezing over het onderwerp ”Gelovig arbeiden” werd gehouden in het kader van het halfjaarthema ”Het goede leven” van het Rotterdamse dispuut van studentenvereniging CSFR.

Prof. J. J. Graafland, bijzonder hoogleraar economie, onder­neming en ethiek aan de universiteit van Tilburg, benadrukte het belang van de intentie 
waaruit iemand werkt. „Dienend bezig zijn voor de ander moet vanuit een christelijke visie het doorslag­gevende motief zijn.”

„Kies een carrière die bij je past, die in het verlengde ligt van je mogelijkheden”, zo hield hij de ruim zeventig aanwezigen voor. De lector benadrukte dat het belangrijk is om van binnen­uit gemotiveerd te zijn voor het werk dat je doet. „Het werk en de vaardigheden die je daarin ontwikkelt, moeten zinvol zijn, doel zijn op zichzelf.”

Prof. Graafland noemde een arts als voorbeeld. „Die moet het leuk vinden om een diagnose te stellen en een behandelplan te maken om zo mensen te helpen.”

Ook het onderwerp jobhoppen, het na een betrekkelijk korte periode veranderen van baan, kwam aan de orde. Graafland wees op de voordelen daarvan. „Je doet zo een gevarieerde ervaring op, en dat is best belangrijk. En omdat je regelmatig opnieuw moet beginnen, leer je ook goed te communiceren, jezelf te presenteren.”

Prof. Graafland wees ook op gevaren van jobhoppen: „Omdat je veel mensen maar oppervlakkig leert kennen, kun je je belangstelling voor anderen verliezen. En relaties dreigen instrumenteel te worden: on­bedoeld gaan we anderen zien als middel.”

De Engelse predikant John Wesley zei dat je moet proberen zo veel mogelijk geld te verdienen. Met als doel dat weer aan anderen te kunnen geven. Maar Wesley noemde restricties, zei de bijzonder hoogleraar. „Het werk mag niet ten koste gaan van de gezondheid. Ook psychisch moeten we gezond blijven en dus geen last krijgen van overmatige stress. Het werk mag ook niet ten koste gaan van het geestelijk leven.”

Daarom, zo stelde prof. Graafland, is het moeilijk om als christen aan het hoofd te staan van een groot bedrijf. „Ik ben hen wel tegengekomen die dat deden. Zondagmorgen konden ze nog net naar de kerk. Maar zondagmiddag begon de werkweek eigenlijk alweer. Welke invloed heeft dat op de kinderen?”

Tijdens de discussie kwam de vraag aan de orde wat schaarste betekent, een begrip dat in de economische wetenschap een grote rol speelt. Prof. Graafland legde uit dat hij schaarste niet alleen als een negatief te duiden verschijnsel ziet. Dat is het volgens hem wel als mensen gebrek lijden. „Schaarste heeft ook iets positiefs, het zorgt ervoor dat mensen in actie komen.”

Hij wees op de manier waarop C .S. Lewis in zijn boek ”De grote scheiding” de hel tekent. „De mensen die daar zijn, krijgen meteen wat ze verwachten en hebben daarom elkaar niet meer nodig. Daarom wonen ze mijlenver uit elkaar, elk op zichzelf.”

Prof. Graafland: „Ik denk dat er in de hemel gematigde schaarste is. Misschien zelfs een markt. Maar dat is speculatief.”