De koninklijke familie wil twee naoorlogse boerderijen laten slopen om de financiële exploitatie van het landgoed rond te krijgen. Op de vrijgekomen plekken kunnen geïnteresseerde partijen nieuwe woningen neerzetten die erfpachtinkomsten moeten genereren. Het Cuypersgenootschap, dat zich inzet voor behoud van bouwkundig erfgoed, had echter bezwaar gemaakt. Volgens het genootschap hebben de boerderijen een bijzondere cultuurhistorische waarde.

Tijdens een openbare hoorzitting begin september kon het Cuypersgenootschap de bezwaren toelichten. Het hekelde onder meer het inhuren door de gemeente van Hylkema Consultants, dat concludeerde dat van een monumentale waarde geen sprake is. „Dit is een bureau dat binnen de monumentenwereld bekend staat als: men vraagt en wij draaien”, zei secretaris Leo Dubbelaar van het genootschap toen. De gemeente bestrijdt dit. „Het is een onafhankelijk, onpartijdig en deskundig bureau, dat ook als zodanig in de markt bekend staat.”

De gemeente concludeerde dat twee boerderijen op het landgoed ernstig vervallen zijn. „De woongedeelten zijn geheel uitgeleefd. Er is sprake van dreigend gevaar van instorting en vandalisme.” Ook is „niets gebleken” van mogelijkheden van een succesvolle herbestemming.

Het Wassenaarse stadsbestuur zegt te begrijpen dat koningin Beatrix als eigenaar van het landgoed nieuwe geldstromen wil aanboren. „Men kan niet negeren dat de instandhouding van landgoed De Horsten, dat voor publiek is opengesteld, investeringen en onderhoud vergt. Daarvoor dienen economische pijlers te worden behouden of gecreëerd.”

Het Cuypersgenootschap kan nu de gang naar de rechtbank maken om sloop te voorkomen. De organisatie gaat zich hier nog over beraden.