Indien bij Christus te wezen het beste is, zo is het tegendeel, bij de duivelen in de hel te zijn, het ergste van alles. Slaaf van de zonden te zijn, is erg. In de zonde te sterven, is erger. O, dat er mensen zijn die in zo’n gevaar leven en er ongevoelig voor zijn.Dit gezicht moet ons hart doen beven, ons vlees doen sidderen. O, heb toch medelijden met uw arme ziel. Heb medelijden met de ziel van ellendige zondaars. Laat u toch door Gods zoete barmhartigheid, al het lijden van onze Zaligmaker en alle hemelse blijdschappen, bewegen de Heere te zoeken, terwijl Hij nog te vinden is. Indien het gevaar bij uw sterven alleen was dat u dienstknecht zou worden, ik zou gezwegen hebben. Maar de straf is duizendmaal erger. Ik ben heden de Godsgezant om de zondaars een droeve boodschap te brengen. Zij zijn verachters en verwerpers van Gods inzettingen, hebbende de schijn van godzaligheid. U zult, wanneer u zich niet bekeert, na een weinig tijd uitroepen: Wee, wee, wee, wat een ongelukkig schepsel ben ik, dat ik alle hoop van de hemel verloren heb. Er is een tijd geweest dat mij de gelukzaligheid van de hemel werd aangeboden, maar ik wees die van de hand. Nu moet ik wenen en weeklagen in eeuwigheid.

Geliefde kinderen Gods, laat dit alles een waarschuwing zijn. Laat noch duivel, noch mens uw kroon nemen. U is een beter lot bereid.

Hicolaus Estwick, * -19.8 d predikant te Warkton * +6.3 d(Ruyter op het vaele paerd, 1662)