Kerk & religie

Prof. dr. Bob Becking: „Zwijgen van god bekend in Oosten”

UTRECHT – In het oude Oosten was het niet ongewoon dat er ‘zwijgende goden’ waren. Dat stelde oudtestamenticus Prof. dr. Bob Becking gisteren tijdens de presentatie van het boek ”De zwijgende God”, geschreven door Marjo Korpel en Johannes de Moor.

Van een medewerker
21 October 2011 22:42Gewijzigd op 14 November 2020 17:16

Het boek werd gepresenteerd tijdens een symposium van het departement religiewetenschap en theologie van de Universiteit Utrecht. Centraal stond de vraag hoe het beeld van de zwijgende God in de hedendaagse theologie zich verhoudt tot het spreken van God in de Bijbel.

Prof. Becking, hoogleraar Oude Testament in Utrecht, stelde in zijn lezing dat het zwijgen van god al in het oude Oosten aan de orde was. Hij benadrukte dat de cultuur van Israël niet los kan worden gezien van de cultuur van andere volkeren.

Om te illustreren dat het spreken over een zwijgende god ook buiten Israël aan de orde was, verwees hij naar een Sumerische bezweringstekst. Daarin wordt een klacht geuit over een gebed dat niet is verhoord, en zegt de smekeling: „Hoe lang zult u blijven zwijgen? Wat houdt u stil?”

Prof. Becking wees erop dat de wijze waarop Israël over het zwijgen van God spreekt, op twee punten afwijkt van de manier waarop omringende volkeren dat doen. „Anders dan in de Umwelt kent de Hebreeuwse Bijbel niet de gedachte van goddelijk zwijgen op grond van ontzag voor andere goden of omdat de God zou slapen.” Hierbij verwees hij naar Psalm 121, waar staat dat God als de Wachter van Israël niet sluimert of slaapt.

Dr. Marieke den Braber, oudtestamentica, predikant en beleidsmedewerker bij de PKN, sprak over het onderwerp ”Komt alles vandaar? Over het beroep op openbaring”. Zij wees erop dat de auteurs van het boek hebben geteld hoe vaak over het zwijgen van God wordt gesproken in het Oude Testament.

Tot haar verrassing bleek dat in slechts 1,5 procent van de gevallen over het zwijgen van God wordt gesproken, terwijl 98,5 procent van de teksten betrekking hebben op het spreken van God. „Het is dus een feit: in de Bijbel spreekt God vaker dan Hij zwijgt.” Een openbaring omschreef zij als onthulling van iets wat verborgen was. „Het gaat om iets wat van buiten tot je komt: een inzicht, een boodschap, een mededeling. God is de zender van het bericht, en vaak ook op een of andere manier onderdeel van dat bericht. Degene die de openbaring krijgt, komt in een nauwere relatie tot God te staan. Openbaring is dus ontmoeting met God.”

Zij benadrukte de rol die de mens heeft bij het doorgeven van de Woorden van God. Openbaring gaat niet buiten de menselijke ervaring om. Tegelijkertijd benadrukte zij dat de Bijbelschrijvers heel erg trouw waren aan de overgeleverde tekst. „Onderzoek naar bijvoorbeeld de relatie van de Griekse Septuagintteksten en de oudst bekende Hebreeuwse handschriften heeft dat laten zien. Veel van wat geschreven en vertaald werd, was zeer getrouw”.

Tijdens de boekpresentatie gaf schrijver Jan Siebelink, bekend van het boek ”Knielen op een bed violen”, een eerste reactie op het boek ”De zwijgende God”. Hij leverde daarbij kritiek op het recente boek van de theoloog Harry Kuitert. „Die verplat de werkelijkheid, hij haalt de ruimte van het mysterie weg. Dat neem ik hem een beetje kwalijk.”

Siebelink wees erop dat het maatschappelijk klimaat ten aanzien van religie is veranderd. „In 1995 verscheen ”Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak. Mensen als Elsbeth Etty en Rudy Kousbroek wilden religie ridiculiseren. Dezelfde Etty wees er onlangs op dat religie bijvoorbeeld leert om compassie te hebben met je medemens. Het boek ”De zwijgende God” past in dit nieuwe klimaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer