FNV: Vakantiebanen genoeg
De honderdduizenden jongeren die deze zomer een vakantiebaantje zoeken, hoeven zich niet druk te maken dat ze niets vinden. Uitzendbureaus hebben genoeg werk in de aanbieding, al is het niet zo veel als een paar jaar geleden en moet de zomerwerker niet al te kieskeurig zijn.
Dat blijkt uit een rondgang langs diverse grote uitzendorganisaties in Nederland.
Uit een onderzoek van ondernemersorganisatie MKB-Nederland vorig jaar bleek dat het aantal vakantiekrachten in 2001 een miljoen bedroeg en vorig jaar 820.000. Voor 2003 voorspelt het MKB een verdere daling.
Veel vakantiewerkers vinden een baantje door direct bij een bedrijf aan te kloppen, via advertenties in de krant of via hun ouders. Ongeveer 13 procent van de vakantiekrachten vindt zomerwerk via een uitzendbureau.
Volgens de ondervraagde uitzendbureaus (Tempo-Team, Randstad, Luba en Start) is het keuzeaanbod van het vakantiewerk kleiner dan voorheen. Dat komt voornamelijk doordat bedrijven eerder vast of voormalig personeel inzetten om openstaande vacatures te vullen. Ook spreiden bedrijven de vakanties van hun werknemers steeds beter, waardoor er minder behoefte is aan vakantiekrachten.
Wat ook een belangrijke rol speelt in de daling van het aantal zomerwerkers is dat steeds meer scholieren en studenten een vast bijbaantje hebben. Veel van hen gaan dan niet meer op zoek naar vakantiewerk. Dit zorgt voor een daling van het aantal vakantiewerkers, terwijl die jongeren wel werken in de zomer.
Veel vakantiekrachten hebben zich eerder ingeschreven voor zomerwerk dan normaal. Zo waren er bij Tempo-Team vóór 1 mei al 10.000 inschrijvingen geregistreerd op een totaal van 30.000. Normaal komen de inschrijvingen bij het bureau pas begin juni op gang.
„Jongeren die op zoek zijn naar vakantiewerk merken dat de keuze beperkter is dan enkele jaren geleden. Toch is er werk genoeg. Je moet alleen harder zoeken en niet te kritisch zijn”, aldus een woordvoerder van Tempo-Team.
Een woordvoerder van de vakcentrale FNV beaamt dat er minder vakantiewerk dan vroeger beschikbaar is. „Er was in 2001 een overschot van zomerwerk. Dat is nu wel voorbij, maar er is nog voldoende werk over.”