Kerk & religie

Zelfonderzoek

8 July 2003 09:15Gewijzigd op 14 November 2020 00:25

Hoe meer een wedergeborene de verborgen zonde bestrijdt, hoe meer hij ook door die zonde bestreden wordt. Dat is te zien in Romeinen 7. Zij moeten zich tot God wenden. Hij wil hun Zijn Geest geven om het schadelijke en het schandelijke van hun zonden met grotere haat te zien en met meerdere kracht te bestrijden.De zondaar moet de overgebleven Kanaänieten uitdrijven of ten minste dienstbaar maken onder de heerschappij van de genade. Hij moet met David zeggen, in Psalm 119:133: „Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.” Dan zal hij ondervinden dat zijn werk in waarheid is. Ja, hij krijgt waar hij zo biddend naar verlangd heeft: een blijmoedige genadestaat. Ja, wanneer een kind van God zich hierin trouw onderzoekt en een onbedrieglijk getuigenis van zijn hart geeft, zal hij met veel schaamte belijden dat het kwaad in zijn hart zit en zijn duisternis hiervandaan komt.

Ook moeten zij veel gebruikmaken van Gods Woord en zichzelf met al de bevindingen van hun hart bij dat Woord neerleggen, zowel als bij gezegdes en geschriften van andere mensen. Uit dat Woord alleen moeten zij de rechte kennis zoeken te krijgen van het verborgen genadeleven. Dat doende, zal men zien waar het hapert en wat de beste middelen zijn om het kwade te overwinnen door het goede.

Jeremias Hollebeek, predikant te Leiderdorp (Het bevindelijk genadewerk Gods, 1753)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer