Kerk & religie

Goud in handen met de Nederlandse Geloofsbelijdenis

Dagelijks leest prof. dr. W. Verboom in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Ze ligt altijd op mijn bureau. De geloofsbelijdenis is mijn eten en drinken, de bron van mijn geloofsleven waardoor ik word gevoed.”

20 October 2011 16:01Gewijzigd op 14 November 2020 17:14
Prof. W. Verboom. Foto RD, Anton Dommerholt
Prof. W. Verboom. Foto RD, Anton Dommerholt

Als kind was Wim Verboom diep onder de indruk toen hij hoorde over Guido de Brès. „Het feit dat hij ondanks alle tegenstand en vervolging voor zijn geloof uitkwam en een getuige was, vond ik erg moedig. Hij was daarin voor mij echt een voorbeeld.”

Tijdens zijn periode als bijzonder hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden groeide zijn interesse voor Guido de Brès. Hij gaf colleges over de Nederlandse Geloofsbelijdenis en schreef het boek ”Kostbaar belijden”, waarin hij de theologische kernen van de belijdenis uitwerkte. „De NGB is geen dogmatiek maar een innerlijke geloofsbelijdenis van De Bres geweest. Het opstellen ervan was voor hem een zaak van leven of dood. Dat maakt deze belijdenis zo kostbaar.”

Eerder dit jaar verscheen er van de hand van dr. Verboom een eigentijdse weergave van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, een uitleg bij de 37 artikelen met handreikingen voor een gesprek. De uitgave is geen hertaling van de NGB, benadrukt de emeritus hoogleraar. „Dat kun je niet op je eentje doen met een belijdenisgeschrift.”

De reden voor de verschijning van het boekje was het gebrek aan kennis van de „geloofskernen” van de Schrift die dr. Verboom bespeurde. „De meeste mensen weten nog wel dat De Brès de NGB heeft opgesteld, maar als je vraagt wat hij schrijft over het verzoeningswerk of de opzoekende liefde van God, dan staat de wagen stil.”

Daarnaast wil dr. Verboom de NGB toegankelijker maken. „De verouderde taal werpt vaak een barrière op. Weinig mensen hebben de inhoud van de belijdenis werkelijk doorleefd, zodat ze kunnen zeggen: Dit gaat over mij.”

Een artikel dat hem bijzonder aanspreekt is artikel 17, over de belofte van de Verlosser. „God komt na de zondeval niet met het oordeel, maar met Zijn troost. Hij belooft dat de Messias komen zal. Heel bijzonder dat God Zich zo laat zien.”

Ook de artikelen 26 en 37 vindt hij mooi. „Dat niemand mij meer liefheeft dan Jezus Christus is een prachtige, diepe uitdrukking in artikel 26. In artikel 37 gaat het erover dat God eenmaal recht zal doen. Dat recht van God heeft een troostend karakter. De laatste zin van de belijdenis springt er voor mij echt uit: „Daarom verwachten wij die grote dag met groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere.” Dat is de kern van het geloofsleven die kostbaar en onopgeefbaar is.”

Volgens dr. Verboom heeft de gereformeerde gezindte met de Nederlandse Geloofsbelijdenis goud in handen. „De belijdenis geeft richtlijnen voor het geloof van vandaag. Heel het geschrift heeft een bevindelijke gloed over zich. Ik hoop dat de ontdekkingstocht die ik heb gemaakt mensen tot dat goud mag leiden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer