Kamp geeft pensioenfondsen respijt
DEN HAAG – Minister Henk Kamp (Sociale Zaken) en De Nederlandsche Bank (DNB) bieden pensioenfondsen die in problemen verkeren, een jaar uitstel aan van de verplichting volgend jaar de premie extra te verhogen. Hoeveel fondsen in aanmerking komen, is nog niet bekend, maar het zijn er zeker tientallen.
Enkele pensioenfondsen in kritische toestand die vorig jaar al een keer uitstel hebben gekregen, kunnen dat niet weer krijgen. Er is ook geen uitstel mogelijk voor de vijf pensioenfondsen die in mei dit jaar, na evaluatie van de herstelplannen van ruim 300 fondsen in zwaar weer, van DNB te horen hebben gekregen dat ze vanaf 1 april 2012 mogelijk moeten korten op pensioenuitkeringen.
Mocht het nodig zijn, dan zou pensioenfonds ABP (ambtenaren en onderwijzers) wel gebruik willen maken van de mogelijkheid volgend jaar uitstel te krijgen van de verplichting de premie extra te verhogen. Maar pas op de peildatum van 31 december is duidelijk of het nodig is en dan wordt die afweging gemaakt. Dat zei een woordvoerster van het fonds woensdag.
Minister Kamp zei in een toelichting dat de mogelijkheid tot uitstel in de geest is van het pensioenakkoord. „Ik verwacht dat veel fondsen een andere keuze zullen maken dan premieverhoging, bijvoorbeeld een lagere pensioenopbouw of een versnelde invoering van een hogere pensioenleeftijd. Dat zou ook in geest met het pensioenakkoord zijn”, aldus Kamp.
De Pensioenwet schrijft voor dat fondsen met een te lage dekkingsgraad de premies extra moeten verhogen om hun buffers te herstellen. Dit betekent hogere loonkosten voor bedrijven. Dat is volgens Kamp slecht voor de economie. Het kabinet heeft met werkgevers en de vakbeweging in het pensioenakkoord ook afgesproken dat pensioenpremies moeten worden gestabiliseerd, omdat ze al aan de hoge kant zijn.
Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht een kostendekkende premie te heffen. Door de lage rentestand en tegenvallende beleggingsresultaten zijn fondsen in zwaar weer gekomen. In september bleek dat meer dan 200 fondsen beneden de kritische grens, een dekkingsgraad van 105 procent, zaten.
Bij onderdekking moet strenger berekend worden wat een kostendekkende premie is en wat dat betekent aan extra opslag. De vrees bestaat dat veel bedrijven en sectoren een dergelijke verhoging van de loonkosten niet kunnen dragen. Ook raakt het de koopkracht van werknemers, omdat zij gemiddeld een derde van de premies betalen.
Pensioenfondsen mogen daarom uitstel vragen om een alternatieve maatregel te kunnen bedenken. Fondsen kunnen ervoor kiezen toch de premies te verhogen, maar ook werknemers tijdelijk minder pensioen laten opbouwen voor later. Ook mogen zij vooruitlopen op verhoging van de pensioenleeftijd.
Op 31 december wordt opnieuw naar pensioenfondsen gekeken. Of dan echt extra maatregelen nodig zijn, omdat de dekkingsgraad onder de 105 procent zit, hangt ook af van de mate waarin wordt voldaan aan een herstelplan en of het relatief veel oudere deelnemers heeft of juist veel jongeren, die nog veel tijd hebben om te sparen.