Rien Bogerd 25 jaar gemeentesecretaris van vissersplaats
URK – Hij is dit jaar net zo lang gemeentesecretaris in Urk als de provincie Flevoland oud is: 25 jaar. Rien Bogerd (57): „Ik heb me vooral verbaasd over de invloed die de nieuwe visserijregels op het karakter van Urk hebben gehad.”
Bogerd kwam als buitenstaander naar de vissersplaats na ambtenaar te zijn geweest in onder meer Leerdam, Nieuwpoort en Benthuizen. Nu, 25 jaar later, wil hij niet meer weg uit Urk – en niet alleen omdat zijn kinderen en kleinkinderen er wonen. Diep in zijn hart is hij verknocht geraakt aan Urk, dat ruim 18.000 inwoners telt. Zo verknocht dat hij een boek over het dorp schreef. ”Urk in de twintigste eeuw” werd onlangs gepresenteerd.
Urk is in een kwarteeuw sterk veranderd, meent Bogerd. „De gemeenschap is naar buiten toe meer open geworden. Daarnaast heb ik me vooral verbaasd over de invloed die de nieuwe visserijregels op het karakter van Urk hebben gehad.”
In de jaren negentig werd de hoeveelheid vis die gevangen mocht worden, beperkt. De Urker vissers werden door de Europese regelgeving in een keurslijf geperst. Dat leidde ertoe dat niet alle vissers zich aan de regels hielden, waardoor er soms grote visfraudezaken aan het licht kwamen. „De door Europa opgelegde regels verdroegen zich niet met de vrijheid en de ruimte die de vissers altijd hadden gehad”, zegt Bogerd. „Het probleem was dat ze zich van de ene op de andere dag aan nieuwe regels moesten houden. De vissers moesten leren daarmee om te gaan. Een Urker is een ondernemer, met lef en durf. Die moet je de ruimte geven.”
Regels zijn regels. Daar moet iedereen in dit land, ook de Urker, zich toch gewoon aan houden?
„Ja, mits de regels eerlijk zijn. De visserij is nooit gesubsidieerd, terwijl de boeren in de jaren negentig financieel flink werden gesteund. De vissers werden na invoering van de quota niet eens gecompenseerd. De landelijke overheid hield op geen enkele wijze rekening met de geschiedenis en de cultuur van Urk. De regering had beter een overgangsperiode kunnen instellen. De quotering is niet-diplomatiek en veel te rigoureus aan de vissers opgelegd.”
Het bezoek van de koninklijke familie aan Urk op Koninginnedag 1994 was voor Bogerd een persoonlijk hoogtepunt. Hij leidde Beatrix en haar gevolg die feestelijke dag rond langs een soort tentoonstelling waar ze de vis van vangst tot pan konden bewonderen. „We kwamen langs een ton waar paling werd gerookt door Gerrit Bos. Beatrix wilde er graag eentje proeven.” Met een lach: „Bos zei tegen haar: „Geef maar hier dat boeket, want paling moet je moet twee handen eten.” Willem-Alexander lustte ook wel een paling. „Nee, zuun”, zei Bos, „eerst je vader.” Dat was wel gewaagd, maar achteraf hebben we er smakelijk om kunnen lachen.”
Niet altijd was er vrolijkheid. Bogerd maakte in Urk ook verdrietige en ingrijpende gebeurtenissen mee. „De moord op Dirk Post in 2009 was voor het dorp een grote schok. Daarnaast hebben me het heengaan van Urker vissers op zee me erg aangegrepen. Bij de eerste keer dat ik het meemaakte, verloren enkele jonge gezinnen hun vader. Bij ingrijpende incidenten blijkt de saamhorigheid van Urkers groot. Schouder aan schouder staan op momenten dat het nodig is. Meeleven en meedragen. Alle verschillen en kerkmuren vallen weg. Urkers zijn ook niet te beroerd om als vrijwilliger de handen uit de mouwen te steken. Daarnaast kent het dorp een bloeiend verenigingsleven, zowel in de sport als binnen de kerken.”
Toch kent het dorp ook grote problemen, zoals overmatig drankgebruik.
„Verslaving aan vooral de alcohol is een hardnekkig probleem. Urkers zijn sterk op de familie gericht. Verjaardagen worden druk bezocht. Het begint met een advocaatje, al jong, en eindigt vaak met een biertje, te jong. Alcoholgebruik is maatschappelijk breed geaccepteerd. Daarnaast is het grootste gevaar in Urk dat jongeren die met een gedoopt voorhoofd in dezelfde kerk zitten niet voor elkaar willen onderdoen. Waarom zou Piet bezwaren opperen tegen overmatig alcoholgebruik als Jan, die ook gedoopt is en bij Piet in de kerk zit, daar geen enkele moeite mee heeft? Als Piet niet meedoet, is hij een mietje. Hij bezwijkt dan meestal onder de groepsdruk.”
In Urk werd zo’n twee jaar geleden een kerkelijk platform opgericht waarbinnen de gemeente en de kerken samen optrekken in het jeugdbeleid. Bogerd is sinds het begin voorzitter van die organisatie.
Zet het kerkelijk platform zoden aan de dijk?
„Het loopt heel goed. We hebben de afgelopen twee jaar het thema mediawijsheid op de agenda gehad. Zo’n 1200 jongeren bezochten de startconferentie. De komende tijd staat in het teken van het bewust worden, tegengaan en voorkomen van drank- en drugsgebruik. Zondag wordt er in alle kerken in ons dorp gesproken over het thema verslaving.”
Is dat een taak van de kerken? Laten sommige ouders in Urk hun kinderen niet gewoon te veel hun eigen gang gaan als het gaat om drankgebruik?
„Het valt me op dat stelletjes in Urk al jong verkering krijgen en ook jong trouwen. De eigen opvoedingsfase is nog niet afgerond, of men staat zelf al voor de opvoeding. Daar wringt wat.” Toch ziet Bogerd een kentering. „Ik zie een nieuwe generatie komen die zich graag laat voorlichten over opvoeding. Opvoedingsondersteuning is ook in Urk de laatste jaren een thema geworden in de kerken, op de scholen, bij de overheid en ook in de gezinnen. Bovendien dringt het besef door dat de opvoeding niet pas bij veertien jaar begint, maar al op het moment dat de baby ter wereld komt.”