Commentaar: China houdt ons een spiegel én een les voor
De afschuwelijke dood van een 2-jarige peuter in China –het kind werd twee keer overreden in het verkeer terwijl niemand te hulp schoot– heeft op het Chinese internet tot felle debatten over de kwaliteit van de Chinese samenleving geleid. Zo zijn er verontwaardigde reacties over „dit onmenselijke gedrag” te lezen op diverse blogs.
Ook de Chinese regering maakt zich zorgen over de kwaliteit van normen en waarden in het publieke domein, en het zou zo maar kunnen dat de rel rond de peuter door de staat zelf is aangezwengeld. Wat Peking er dan niet bij betrekt is de kwalijke rol die het communisme daarin speelt.
Met de komst daarvan werd immers de resetknop diep en langdurig ingedrukt, waardoor verankerde normen en waarden hardhandig werden uitgewis. Nu het communisme stilzwijgend is vervangen door een vorm van wildwestkapitalisme, is de uitwisknop opnieuw geactiveerd. China zoekt onder het graaikapitalisme van vandaag opnieuw naar een heilzame ethiek. Daarbij is zeker geen sprake van een schone lei, want de leegte is ruimschoots opgevuld met de vuile was van de gevallen mens.
Intussen weigeren de machthebbers in Peking om achterom te kijken en willen ze met man en (vooral) macht doen geloven dat er uit de puinhopen van hun communisme allang iets moois is voortgekomen wat de sympathie en steun van burgers alleszins verdient.
Veel christelijke gemeenten in China weten wel beter en vooral: zij weten zich geroepen getuige van Christus te zijn door nadrukkelijk om te zien naar degenen die slachtoffer zijn van het asociale en door de staat gecultiveerde graaikapitalisme. Nu het kameraadschap van de partij en zelfs de broederschap van de Chinese familie in ontbinding verkeren, brengt de kerk het unieke begrip van ”de naaste” in, ingebed in de voor het China van nu weldadige vraag: wíé is mijn naaste? Des te kwalijker is het dat de staat die zichtbare rol van de kerk in de samenleving wil uitwissen, uit vrees voor bekeerlingen.
China houdt Nederland intussen een glasheldere spiegel voor, want ook bij ons is de resetknop diep ingedrukt en worden waardevolle normen en waarden ingeruild voor de ideologie van ongeremde individuele vrijheid, van liberaal denken en een vurig geloof in de markt. Hoe sociaal zijn wíj nog zonder al die instellingen en 1-1-2-voorzieningen waaraan wij onze medemenselijkheid hebben uitbesteed? En zijn ook veel Nederlanders niet vooral met zichzélf bezig, al was het maar om de leugen van de individuele autonomie via de psycholoog of therapeut wekelijks wat op te lappen?
Om nog iets concreter én dichter bij huis te komen: wat doen wij met al die medelanders die ernstig verlegen zitten om een gedoneerd orgaan? Is het gemak waarmee christenen aan hen voorbijgaan wérkelijk ingegeven door zwaarwegende ethische bezwaren, of speelt daar ook ordinaire gemakzucht of laksheid in mee? Als dat laatste zo is, heeft de jonge kerk van China voor vermoeide christenen van het Westen nog een harde les: dat de vraag ”Wie is mijn naaste?” om Christus’ wil schrééuwt om een zichtbaar antwoord.