Slim lampje voorkomt aanrijdingen
ARNHEM – Een slim lampje kan de inrichting van de snelweg ingrijpend veranderen. En de veiligheid. „Als het moet, is het binnen vijf jaar helemaal donker op de weg.” Rijkswaterstaat wil het licht echter nog niet uitdoen.
De vondst is even doeltreffend als eenvoudig. Ondernemer Aad van der Starre uit Apeldoorn ontwierp in anderhalf jaar tijd een led-lampje met zonnecollector voor in bermpaaltjes of op ‘vangrails’. De lampjes van Roadled, onderdeel van Double Dutch Investment (DDI), zijn tot op 800 meter zichtbaar.
De voordelen zijn groot, legt Van der Starre uit. „De Roadled kan snel, goedkoop en zuinig worden geïnstalleerd. Ondergrondse bekabeling is niet nodig.” Ook het onderhoud is minimaal, verzekert de motor achter het innovatieve ontwerp.
Nederland is jaarlijks 5 mil- joen euro kwijt aan de verlichting op snelwegen. Een kilo- meter lang wegvak met lichtmasten kost een wegbeheer- der 4000 euro aan elektriciteit per jaar. Het energieverbruik van het led-lampje is echter nihil. Dankzij het zonnepa- neeltje. Overdag laadt-ie op, ’s nachts geeft-ie licht.
Ook de aanschafkosten liggen fors lager. Voor 1 kilometer straatverlichting op snelwegen is de wegbeheerder 130.000 euro kwijt aan lampen, masten en bekabeling. De kosten van 1 kilometer Roadled-verlichting bedragen 3700 euro, rekent Van der Starre voor. Het plaatsen of vervangen van led-lampjes is bovendien aanmerkelijk eenvoudiger dan grote, zware lichtmasten. „Iedereen kan in 30 seconden een Roadled installeren. Dure wegafzettingen en grote hijskranen zijn daarvoor niet langer nodig.”
En niet het minst: het aantal ongevallen op de weg kan met de zogenaamde Roadled drastisch afnemen. De kleine rode of witte lampjes boven op bermpaaltjes of vangrails geven voor automobilisten haarscherp het verloop van de weg weer.
Rijkswaterstaat doet een proef met het innovatieve idee, dat is genomineerd voor de Accenture Innovation Award. In de „vervelende” bocht van de verbindingsweg van de A12 naar de A50 (Arnhem-Apeldoorn) op knooppunt Waterberg, zijn een jaar geleden vijftig led-lampjes aangebracht.
Elk jaar vliegen op dit weggedeelte één of twee automobilisten uit de bocht. Het aantal schades aan de vangrail door aanrijdingen is nog vele malen groter. „Eén op de elf dagen”, volgens berekening van Van der Starre. „Dertig per jaar.”
Rijkswaterstaat is tevreden over de eerste testresultaten. „Sinds de lampjes zijn aangebracht is het aantal ongelukken nul”, verklaart Willem Traag, adviseur infraproviding van Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Weginspecteurs houden het traject nauwkeurig in de gaten. „Aanrijdingen met de vangrail zijn er niet meer geweest.” Definitieve resultaten over de exacte gevolgen voor de verkeersveiligheid kan Traag pas na drie jaar geven.
Het doel van de proef voor Rijkswaterstaat is het vergroten van de verkeersveiligheid en het onderzoek doen naar mogelijkheden wegverlichting CO2-neutraal te plaatsen. De pilot op knooppunt Waterberg moet echter in eerste instantie aantonen of de ledjes sowieso functioneren.
Na de veelbelovende resultaten krijgt de test een vervolg. De Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat uit Delft werkt op dit moment de pilot verder uit voor een uitgebreidere proef op grotere schaal.
Met de led-verlichting kan Rijkswaterstaat alle lantaarnpalen langs rijkswegen doven, verklaart Van der Starre optimistisch. „Alles kan uit.” Over vijf jaar kan Nederland donker zijn. „Goed voor natuur en milieu als al die lichtvervuiling verdwijnt.”
Zo ver wil Rijkswaterstaat nog niet gaan. „Dat is te kort door de bocht”, reageert Traag. „De led-verlichting kan een vervanging zijn van lichtmasten die dienen als geleideverlichting in bijvoorbeeld bochten. Maar het kan nooit de gewone lantaarnpaal vervangen. Daarvoor zijn de verkeersintensiteit en de risico’s op vele plaatsen te groot.”