Tv als dienaar, niet als meester
Christenen in het buitenland staan bij de televisie voor dezelfde dilemma’s als in Nederland. Kerkelijke tucht op tv-bezit blijft echter uitzonderlijk. De tv valt onder de tucht van het geweten.
De televisie is net als vuur, meent ds. Angus Smith. „Hij is een goeie dienaar, maar een slechte meester.”
De emeritus predikant van de Free Presbyterian Church in Schotland woont op het eiland Lewis. Nog maar enkele tientallen jaren geleden was dit sociaal afgezonderd van het Britse vasteland. Het was de televisie die het isolement ophief.
Ds. Smith maakte die fase mee, toentertijd nog als predikant van de Free Church. Toen hij zelf een jong gezin had, wilde hij geen televisie hebben. „Er komt zo veel vuil op.” Maar nu de kinderen zijn uitgevlogen, heeft hij er wel een. „Ik voel me daar niet schuldig over. Ik gebruik hem voor het nieuws. En voor belangrijke politieke zaken, zoals een toespraak van de premier. Verder is tv-kijken meestal jammer van de tijd.”
Voor Schotse christenen is het bezitten van een tv niet vreemd. „In de meeste huizen is er wel één. Geen kerk in Schotland heeft er ooit een taak in gezien om dat tegen te gaan. Er wordt ook geen tucht op uitgeoefend. Die tucht moet er natuurlijk wel zijn op het verkeerde gebruik, maar dat is moeilijk vast te stellen. Ik ga ervan uit dat men de tv verstandig gebruikt. En dus zeker niet op zondag.”
Ds. J. R. Broome, van de Engelse Gospel Standard Strict Baptists, heeft nooit een tv gehad. „Van al onze zestig predikanten is er volgens mij niet één met een tv. Niet dat men voor een zinvol programma nooit bij een buurman binnenloopt. Maar de tv in het gezin is een stap te ver.”
Dat betekent niet dat hij alles afwijst wat de televisie biedt. „De tv is een geweldig instrument voor het onderwijs. Video’s kun je daar heel goed gebruiken.”
Officiële regels die het tv-bezit verbieden, zijn er in zijn kerken volgens ds. Broome niet. Toch zijn er volgens hem onder de avondmaalgangers weinig leden die een televisie bezitten. „Daar kiest men vrijwillig voor.”
De Noord-Ierse ds. Ivan Foster kocht pas na zijn emeritaat een tv. Zijn hele leven diende hij de Free Presbyterian Church in Noord-Ierland, vaak zij aan zij met de bekende dominee-politicus Ian Paisley.
In de Noord-Ierse kerken bestaat geen „georganiseerde boycot” van de tv, meent ds. Foster. „In jonge gezinnen zie je doorgaans dat de tv in een aparte kamer staat, zodat kinderen geen vrije toegang hebben. Dat lijkt mij wel het minste. Enkele gezinnen hebben er helemaal geen.”
Momenteel geniet ds. Foster van tijd tot tijd van een mooi natuurprogramma. „Dat vind ik heerlijk. Tegelijkertijd stemt het droevig om te zien hoeveel zenders alleen maar rommel uitzenden.”
Ds. Foster weet van geen kerkelijke denominatie in Noord-Ierland die de tv verbiedt. „Maar dat betekent niet dat de kerk niet meedenkt in de mediaopvoeding.”
In Groot-Brittannië waren het vanouds de Brethren (in Nederland verbonden aan de Vergadering van Gelovigen) die voor een totale afwijzing van tv staan. In Duitsland is de afwijzing van televisie vooral terug te zien bij de Ruslandduitsers. Dat is een groep van enkele miljoenen dopers georiënteerde Duitsers die lang in de Sovjet-Unie heeft doorgebracht en in de jaren zeventig en tachtig naar Duitsland is teruggekeerd.
Mevrouw Engbrecht uit Seelscheid in Noord-Rijnland-Westfalen heeft juist net een kleine op de arm. Ook haar gezin heeft geen tv, zegt ze. „Daar zijn niet veel goede zaken op te zien.”
Onder Ruslandduitersers wordt de lijn niet meer altijd zo scherp getrokken, weet Engbrecht. „Maar bij de strenge baptisten wel.”
Ook Jürgen en Rosemarie Dudek, die in Duitsland regelmatig in het nieuws zijn omdat ze om geloofsredenen hun kinderen thuis onderwijzen, hebben geen televisie. „In een artikel zag ik onlangs dat er in Duitsland nog heel wat gezinnen zonder tv zijn.”
De Dudeks behoort niet tot een georganiseerde kerk, maar vormen zelf een huisgemeente. „Wij vinden de tijd te kostbaar om aan de tv te besteden.”
Sinds enkele jaren gebruikt Dudek wel video’s bij zijn onderricht aan de kinderen. „Dat werkt heel goed. We spelen die video’s op de computer af.”
Dr. Jürgen Klautke, een van de leidersfiguren binnen het kleine verband van de Bekennende Evangelische Gemeinden in Duitsland, meent dat de tv aan betekenis inboet. „Als ik vroeger als ouderling bij mensen binnenkwam, trof ik de tv op een centrale plaats in de huiskamer aan. Tegenwoordig staat daar de computer.”
In die pc zit voor hem nu het actuele gevaar. „Internet brengt een integratie van computer en tv. Zeker jongeren kijken niet zo veel meer, maar zitten weer urenlang te chatten. Die tijd kan men veel beter besteden. Bovendien kun je veel tv-programma’s via de computer bekijken. Laten ook de Ruslandduitsers zich niet voor de gek houden.”
Dit is de vierde aflevering van een serie over zestig jaar tv in Nederland.
James Bond in de Congolese rimboe
Mark Wallet
Rondom het eenvoudige kloostertje in een klein Congolees dorp staan hutjes. Her en der stijgt rook op van de vuurtjes waarop het eten wordt bereid. Een jongetje loopt met een kudde geiten over de weg. Het is het Afrika zoals dat er in het hoofd van menig westerling uitziet. De wereld lijkt er in de laatste paar honderd jaar nauwelijks veranderd.
Maar nee, in het klooster hebben de monniken een plan opgevat. Er is een gast en ter zijner ere verzamelt ieder zich rond een aftandse televisie. Even later scheuren er dure auto’s over het scherm, bestuurd door mannen in chique maatpakken. James Bond trekt zijn revolver. De kloosterlingen, aangevuld met een aantal dorpelingen, vinden het geweldig.
Het is toch even ontnuchterend: in de rimboe worden dezelfde films gekeken als in Amsterdam-Zuid. En ja, in Nigeria willen de meisjes de kapsels die ze ook bij de presentatrices van CNN zien. Huidbleekcrèmes vinden gretig aftrek. Charismatische pastors in Afrika en Azië imiteren Amerikaanse televisiedominees.
De ”coca-kolonisering” via met name de Amerikaanse televisieprogramma’s is wijdvertakt. In de armoedigste huisjes in Afrika en Azië staan soms wel televisies, waar het halve dorp rond samendromt. Het geeft de kijkers een blik op een wereld waarvan ze alleen maar kunnen dromen. De jongeren willen die dromen vervolgens realiseren. Ze proberen naar Europa te komen met in hun hoofd de droomvilla’s en dure auto’s uit de westerse realitysoaps.
Nu is het niet zo dat de wereld pas met de komst van de televisie kleiner begon te worden. De boekdrukkunst, de handel en later ook de radio hadden al veel muren geslecht. De televisie had het echter wel in zich om een veel groter bereik te krijgen dan eerdere kanalen. Alfabetisering was niet langer nodig voor het verzamelen van kennis en de impact van beelden is vaak groter dan van woorden.
De globaliserende invloed van de televisie was aanvankelijk echter nog tamelijk beperkt. Landen verzorgden zo veel mogelijk hun eigen programmering. Dat is voor een groot deel nog zo. Met de komst van wereldwijde zenders als CNN in 1980 en muziekzender MTV in 1981 kreeg de televisie volgens analisten echter voor het eerste echt wereldverbindende impact.
Intussen dienen nieuwe technologieën zich aan, zoals internet via de mobiele telefonie. Dat heeft het in zich om nog veel verder strekkende gevolgen te krijgen dan televisie. Want er mag dan in menig Afrikaans hutje een televisietoestel staan, in een land als Eritrea heeft slechts 0,2 op de 1000 mensen een toestel. Dat is het laagste percentage ter wereld, maar er zijn nog veel meer landen met uitermate lage percentages, zoals Tsjaad (1,03) en Tanzania (2,8). En in landen als Nigeria en India schommelt het rond de 55 toestellen per 1000 inwoners.
Zelfs de impact van de televisie is uiteindelijk dus maar relatief.