Vrolijke duif
Jesaja 60:8
„Als duiven tot haar vensters.” Er is het venster van lof en dank en psalmzingen, niet alleen in het openbaar en in harmonie met anderen, maar ook in de eenzaamheid en in het verborgen: „Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende de Heere in uw hart; dankende allen tijd over alle dingen, God en de Vader, in de Naam van onze Heere Jezus Christus” (Ef. 5:19 en 20).
Dit venster van lof is een liefelijk venster voor de gelovige, vooral als hij de Heere ontmoet en als de Heere mild met hem gehandeld heeft in de verborgen of in de openbare instellingen. Dan zal hij met David zeggen: „Loof de Heere, mijn ziel en al wat binnen in mij is Zijn heiligen Naam” (Ps. 103:1-4).
Dan is er het afgezonderd venster van het lezen van de Schrift. Dit heeft Christus Zijn duiven en alle mensen aanbevolen: „Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het, die van Mij getuigen” (Joh. 5:39).
De gelovige krijgt menige zoete maaltijd onder het lezen van Gods Woord, hetzij hij alleen is of in de huisgodsdienst. In deze instelling Gods ontving de Moorman de Messias.
E. Erskine te Stirling (Schotland)
(”Preken”)