Regenwulp Chinquapin vliegt elk jaar naar Suriname
tekst Paul Kraaijer
Tienduizenden trekvogels starten rond deze tijd de tocht naar hun vaste overwinteringsgebieden. Daaronder bevindt zich ook het regenwulpje Chinquapin. Dit kleine Canadese vogeltje vliegt ieder jaar naar Suriname om daar te overwinteren.
Chinquapin is een vier jaar oud regenwulpmannetje (Numenius phaeopus) dat met tienduizenden soortgenoten Canada verlaat om te overwinteren in de kuststrook van Suriname. Het beestje is gemakkelijk te volgen doordat het is voorzien van een gpszender. Zo is bekend geworden dat Chinquapin in 2010 en 2011 op zijn barre en extreem lange reis vele zware winden en zelfs heuse orkanen overleefde.
De kleine vogel liet op 27 september 2010 voor het eerst van zich horen. Amerikaanse media berichtten dat Chinquapin binnen vijf dagen non-stop ruim 5687 kilometer had gevlogen van de Amerikaanse staat Georgia naar de monding van de rivier de Coppename in Suriname. De media omschreven de reis van het vogeltje, niet groter dan een duif, als „verbazingwekkend.”
Biologen van onder meer het Georgia Department of Natural Resources volgen Chinquapin om informatie te verzamelen over de trekroutes van regenwulpen. Zo is duidelijk geworden dat het vogeltje vorig jaar zomer op Coats Island in de Canadese Hudson Bay verbleef.
Tegen het einde van de zomer vloog Chinquapin 965 kilometer naar het zuiden en belandde boven de Atlantische Oceaan. Daar raakte het vogeltje verzeild in de uitlopers van de orkaan Colin. De onderzoekers raakten bij dat noodweer het gps-signaal kwijt, maar slaagden erin het enkele dagen later weer op te vangen. De regenwulp bleek zich toen te bevinden op een strand in het noordwesten van Puerto Rico, bij Playa de Isabela.
Puerto Rico was echter niet het eindstation. Na twee weken ‘bijtanken’ vloog Chinquapin vervolgens nog eens 2100 kilometer over Grenada naar Suriname, waar hij overwinterde samen met duizenden andere vogels, waaronder ook regenwulpen.
Ook dit jaar is de kleine Chinquapin onderweg naar Suriname. Hij wist in augustus zelfs de gerenommeerde Amerikaanse krant USA Today te halen. Boven de Atlantische Oceaan raakte de vogel verzeild in de uitlopers van orkaan Irene. Ongedeerd kwam het beestje er weer uit tevoorschijn.
Volgens Fletcher Smith, onderzoeksbioloog aan de Amerikaanse Virginia Commonwealth University, zijn tussenstops zoals op de Bahamas zeer belangrijk voor regenwulpen. „Sommige die nog verder vliegen gebruiken ook Suriname als tussenstop. Ze kunnen zich daar in de drassige kuststrook te goed doen aan krabben.”
Chinquapin behoort tot een minderheid die in Suriname overwintert, weet Smith. „Alle regenwulpen vliegen jaarlijks de route van Canada naar Zuid-Amerika. Het merendeel overwintert in Brazilië en een derde van de populatie overwintert in Suriname, Guyana en Frans-Guyana. Vorig jaar overwinterde Chinquapin in het Coppename Natuurreservaat, zo’n 50 kilometer ten westen van Paramaribo.”
Volgens Smith heeft Chinquapin geen hinder van de zender op zijn rug. „De op zonne-energie werkende zender weegt 9,5 gram en dat is minder dan 3 procent van het gewicht van de vogel. Een van een zender voorziene regenwulp vliegt, eet en gedraagt zich zoals al zijn soortgenoten.”
Bioloog Arie Spaans, van de afdeling natuurbeheer van de Surinaamse Dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB), doet al veertig jaar onderzoek aan regenwulpen in Suriname. Volgens hem zijn de vogels, daar krombekken geheten, het hele jaar door in Suriname aanwezig.
„De grootste aantallen zijn er te vinden van augustus tot oktober, maar een deel trekt door naar zuidelijker gebieden. Een recente schatting gaat uit van 7000 tot 10.000 krombekken aan de Surinaamse kust. Jonge vogels vliegen aan het einde van hun eerste levensjaar niet allemaal terug naar hun geboortegebied in Canada, vandaar dat er het hele jaar krombekken langs de kust van Suriname worden gezien.”
Het baart de Surinaamse Nederlander zorgen dat er in het Surinaamse kustgebied veel illegaal wordt gejaagd. Jagers weten dat ’s Lands Bosbeheer niet optimaal is bemand. Spaans: „De krombek is nog altijd een gewilde jachtbuit voor kustjagers. De soort is daarom lang als jachtwild aangemerkt. Daar is met de laatste wijziging van het Jachtbesluit een einde aan gekomen. Er wordt echter nog steeds illegaal op gejaagd.”
Ook kampt LBB met een constant gebrek aan brandstof voor de patrouilleboten. Maar met fondsen uit Nederland moet daar gauw een eind komen, denkt Spaans. „Met dat geld heeft LBB extra jachtopzieners kunnen opleiden en meer boten en reservebrandstof kunnen kopen. Er is daardoor wel enige verbetering in het toezicht gekomen, maar er wordt nog steeds illegaal gejaagd op de vogels.”
De kleine Canadese Chinquapin is inmiddels alweer ergens neergestreken in het Surinaamse kustgebied om te overwinteren. Hopelijk blijft het vogeltje met gps-zender onopgemerkt voor de nog altijd actieve stropers en illegale jagersactiviteiten in de kuststrook van Suriname.
>>wildlifetracking.org/?species=Whimbrel voor de trek van de regenwulpen.