„Getuig vrijmoedig van de hoop in u”
EDE – Het hele Nieuwe Testament spreekt over het Koningschap van Jezus Christus. Jezus wordt als Koning geboren en als Koning wordt Hij veroordeeld en gevonnist. Hoewel het opschrift boven het kruis spottend is bedoeld, bewijst Jezus Zijn Koningschap, ook al is Hij aan het kruis genageld.

Dit zei prof. dr. T. M. Hofman zaterdag op de bondsdag van de christelijke gereformeerde mannenverenigingen.
De bond hield zaterdag in het kerkgebouw van de christelijke gereformeerde kerk in Ede de jaarlijkse bondsdag, waar prof. dr. T. M. Hofman sprak over het thema ”Het Koningschap van Christus”.
Prof. Hofman, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), ging aansluitend bij Psalm 2 en Zacharias 9 in op het bijzondere karakter van de Koningsheerschappij van de Messias. „De Messiaanse Koning wordt beschreven als rechtvaardig en zegevierend, maar het bijzondere is echter dat deze Vorst ook arm en ellendig is. In tegenstelling tot aardse koningen is deze Koning zachtmoedig en vredelievend. De Messiaanse Vorst rijdt niet op een strijdros maar op een ezel, omdat Hij afziet van alle wapens en werelds geweld.”
De Apeldoornse hoogleraar beschreef uitvoerig hoe het Nieuwe Testament, met name Lukas, het Koningschap van Jezus beschrijft. Het Koningschap wordt eerst aangepakt als argument voor de beschuldiging en later door zowel soldaten als religieuze leiders bespot. Met koninklijke waardigheid blijft Jezus onder al deze spot zwijgen, maar als een medegekruiste Zijn Koningschap erkent, dan geeft Hij deze op royale wijze toegang tot het paradijs, aldus prof. Hofman.
Jezus kwam niet om Zichzelf te verlossen, maar om Gods heilsplan te vervullen, aldus prof. Hofman. „Dat heilsplan zou overeenkomstig Mozes en de profeten door lijden tot heerlijkheid verlopen, zoals ook blijkt uit de uitleg die de Emmaüsgangers van de opgestane Levensvorst krijgen.”
In het tweede deel van zijn toespraak legde de Apeldoornse hoogleraar uit hoe volgelingen van Jezus in Zijn Geest behoren te wandelen. De basisprincipes van het Koninkrijk van God als dienen en zachtmoedigheid staan haaks op het wereldse streven naar carrière en opkomen voor jezelf, aldus prof. Hofman.
Volgens hem ligt aan de huidige geldcrisis een diepere crisis ten grondslag: het egoïsme. Wie wil leven als volgeling van Christus, leeft ook dicht bij de Bijbel en die ziet dat Jezus niet uit was op wereldlijk succes, maar wel altijd met innerlijke ontferming was bewogen over misdeelden en ellendigen. Discipelen van toen en nu moeten leren niet vanuit het gezicht te leven, maar bij hun oren te leven en te vertrouwen op God, Die Zijn woord vervult, ook al lijkt het daar niet op. „Dit blijft het devies, ook vandaag”, aldus prof. Hofman.
Hij illustreerde hoe de wereld schudt op zijn grondvesten en veel mensen hun idealen en hun levensdoelen verliezen. „Juist in zo’n tijd horen Christus’ volgelingen een teken van hoop te zijn. Dat kan als zij blijmoedig en vrijmoedig getuigen”, zo besloot prof. dr. T. M. Hofman zijn toespraak.
Ds. D. van der Zwaag, voorzitter van de mannenbond en als predikant verbonden aan de christelijke gereformeerde Pniëlkerk te Veenendaal, leidde het thema van de bondsdag in met een meditatie over Psalm 2. „Dat Psalm 2 over een koning spreekt is wel duidelijk, maar over wie gaat het eigenlijk? Gaat het over David of Salomo of Hizkia of misschien wel over alle koningen van Israël?” zo vroeg ds. Van der Zwaag de aanwezigen.
„Deze psalm spreekt in eerste instantie over een aards koning, maar wie de psalm goed leest, bemerkt echter dat de beschrijvingen uitgaan boven de beperkingen van Israëls vorsten, omdat het rijksgebied niet beperkt is tot Israël maar tot aan de uiterste einden der aarde reikt”, aldus ds. Van der Zwaag.
De voorzitter van de mannenbond wees erop dat Psalm 2 waarschijnlijk bij inhuldigingen van de koningen werden voorgelezen. Vorst en volk moesten ervan worden doordrongen dat Israëls koningen niet uit eigen eerzucht de troon beklommen, maar dat het volk een koning uit Gods hand ontving die kon bogen op een goddelijke aanstelling om Gods volk te regeren. Behalve deze betekenis, moest het publiekelijk voorlezen van Psalm 2 ook als waarschuwing gelden voor omringende volken om hen te overtuigen dat het zinloos was tegen Gods gezalfde koning te gaan strijden.
Volgens ds. Van der Zwaag moet het Oude Testament ook worden gelezen in het licht van het Nieuwe Testament en dan is het duidelijk dat Psalm 2 over niemand anders dan Gods eigen Zoon, namelijk Jezus Christus, gaat.