De activisten meldden dat meer dan 50.000 mensen in Qamishli, aan de Turkse grens bijna 600 kilometer ten noordoosten van Damascus, bijeen kwamen voor de begrafenis van de Syrisch-Koerdische oppositieleider Meshaal Tamo. Hij werd vrijdag in zijn huis door vier gewapende mannen vermoord. Zijn zoon Marcel, zijn broer en een activiste raakten gewond.

De menigte riep om de val van het regime van president Bashar al-Assad. Dat poogt sinds half maart protesten die zich tot een volksopstand ontwikkelden, bloedig neer te slaan. Het regime biedt geen enkele openheid over zijn optreden, staat geen vrije pers toe en hindert de communicatie. De autoriteiten in Damascus zwijgen vooral over de toestand in het land.

De VN schatten dat er al 2900 burgers zijn gedood bij het neerslaan van protesten. Er zijn naar schatting 30.000 mensen opgepakt en opgesloten of verdwenen. Volgens sommige waarnemers treedt het regime steeds harder op in de veronderstelling dat de protestbeweging op zijn laatste benen loopt. De officiële staatsmedia hebben vrijdag de moord op Tamo ook gemeld, zij het in een andere lezing. Tamo zou in zijn auto zijn doodgeschoten door vier onbekende daders die in een zwarte auto reden.

Tamo stichtte de liberale Partij van de Koerdische Toekomst en was lid van de onlangs gevormde Syrische Nationale Raad, die oppositie voert tegen Assad. Hij werd recent vrijgelaten nadat hij 3,5 jaar als politieke gevangene vastzat. Tamo was in eigen kring omstreden omdat hij Koerdisch nationalisme afwees. Zijn dood heeft de Koerdische regio van noordoostelijk Syrië geschokt. Er zijn zaterdag ook grote betogingen in Amouda en al-Dirbasiya geweest, meldde de nieuwszender al-Arabiya.