Licht voor duiven
Jesaja 60:8
„Als duiven tot haar vensters.” Ik merk op dat er licht is in het huis dat God voor Zijn duiven gebouwd heeft. Vensters in een huis dienen om licht in te laten. De kerk, het huis van God, is een helder, licht huis. Daarom wordt het een dal van het gezicht (Jesaja 22:1) genoemd. Overal waar God een kerk sticht, zal „het volk, dat in duisternis wandelt, een groot licht zien, en degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over hen zal een licht schijnen.”
Het licht van de Zonne der gerechtigheid schijnt in de kerk. Het schijnt in de bediening van het Woord, en het schijnt in de openbaring van de Heilige Geest in de harten van de bewoners. Daarom worden allen die in het huis wonen „kinderen des lichts en des daags” genoemd. De vensters van dit huis zijn open, want de duiven vliegen niet in vensters die gesloten zijn. O vrienden, God houdt de deuren en vensters van Zijn huis open voor allen die komen. Of een zondaar bij dag of bij nacht tot Christus komt, hij is altijd welkom: „Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.” Want hier staat geschreven dat zij komen aangevlogen als duiven tot hun vensters.
E. Erskine, predikant te Stirling, Schotland
(”Preken”)