Kerk & religie

Een duiventil

Jesaja 60:8

6 October 2011 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 16:58

„Als duiven tot haar vensters”

God bouwde een huis, waarin Hij na Zijn schepping bij de mens ging wonen, maar het huis stortte in met de val van Adam en de verbreking van het eerste verbond. Toen gingen God en mens bij elkaar vandaan. Hoewel God voor een poosje de samenwoning met de mens verbrak, zond Hij nochtans Zijn Zoon om Hem een nieuw huis te bouwen, waarin Hij weer bij de mens kon wonen, want Zijn vermakingen waren met de mensenkinderen.

Dientengevolge komt Christus in de wereld, en legt het fundament van een nieuw huis dat in Sion gegrond is. Hijzelf is als het fundament van dat huis gelegd, „een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die wel vast gegrondvest is.” En dit is een huis, niet krachtens verdienste der werken, maar een huis van vrije goedertierenheid: „Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal eeuwig gebouwd worden” (Ps. 89:3).

Dit huis der barmhartigheid, dat de opperste Wijsheid voor verloren zondaren van Adams geslacht heeft gebouwd, is een toevlucht. Daarom wordt hier van de duiven gezegd dat zij tot hun vensters vliegen. Hij nodigt alle verschrikte duiven: „Wendt u naar mij toe, wordt behouden; want ik ben God, en niemand meer.”

E. Erskine, predikant te Stirling, Schotland (”Preken”)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer